Translate

vrijdag 25 april 2014

Overpeinzingen bij een bierkrant

De nieuwe krant voor de week van het Nederlandse Bier is weer uit. Een krant uitgegeven door een professionele uitgeverij en bedoeld om de aandacht te vestigen op die prachtige week in mei waar Nederlands Bier centraal staat.

Er staan een aantal mooie dingen in de krant. Voor mij is de column van Rick Kempen wel het hoogtepunt. Op de van hem zo vertrouwde enthousiaste wijze doet hij uit de doeken in wat voor glorieuze tijd we leven. "Wie tien jaar geleden had voorspeld wat nu re realiteit is had, in het beste geval, een klam lapje op het voorhoofd gekregen - maar waarschijnlijker was zij of hij voor langere tijd opgeborgen om in een bosrijke omgeving tot rust te komen." Een prachtige zin, die bovendien aansluit bij de hele toon in het blad: het gaat goed in bierland. Het aantal bierbrouwerijen is boven de 200 gestegen (weliswaar inclusief huurders) en bier bloeit als nooit tevoren. De krant staat dan ook bol van enthousiaste bierbrouwers, cafés en handelaren die vertellen hoe goed het gaat. Mooi om te lezen.

Helaas vliegt de krant hier en daar, misschien door alle enthousiasme, wat uit de bocht. Zo staat op de voorpagina te lezen dat Amerikaanse craft brewers "traditionele bieren" brouwen. Nu kun je over die bieren veel zeggen, maar traditioneel zou ik ze niet willen noemen. Een van die Amerikaanse brouwers wist me juist te vertellen dat ze door het ontbreken van een echte bier traditie als in Duitsland en België zich veel minder gebonden voelden en dus meer konden experimenteren. waarbij traditionele bieren hooguit als inspiratiebron en naamgever fungeren. Ook de bewering dat etikettenplakkers niet worden meegerekend met het aantal brouwerijen in Nederland is voor nuance vatbaar. Ik zie verderop in de krant tenminste één bedrijf in de lijst met brouwerijen staan waarvan bij mijn weten niet zeker is dat ze daadwerkelijk eigen bieren laten brouwen en niet een bestaand bier kopen en van eigen labels voorzien. Maar misschien heeft de krant op dat punt informatie die ik niet heb.

Ronduit rommelig vind ik het overzicht van de activiteiten. Ik heb gepoogd er een lijn in te ontdekken, maar dat is me niet gelukt. Datums, locaties, soort activiteiten, geen van alle lijkt een basis voor de sortering van de activiteiten te zijn. Wie weet zie ik wat over het hoofd, dan hoor ik dat graag. Voorlopig lijkt "volgorde van binnenkomst" nog de meest voor de hand liggende factor voor de volgorde waarin de activiteiten zijn gerangschikt.  Het maakt de toegankelijkheid van de agenda er niet beter op. Verder is het jammer dat minder dan de helft van de brouwerijen mee doet aan de open brouwerijdagen, maar daar kan de krant niets aan doen.

Maar goed. De krant is uit, de week zit er aan te komen. Eerst een festival en dan overal in het land een keur aan activiteiten. Met bier als verbindende factor. Ik kan er nu al naar uit kijken!

dinsdag 15 april 2014

Een stroom aan voorjaarsbieren

Publicitair misschien een beetje in de schaduw van het festival in Groningen, maar in elk geval weer heel geslaagd: het 16e Meibockfestival van PINT Regio Noord-Holland en brouwerij de Prael. Een prima gelegenheid om kennis te maken met de bieren van het seizoen.Dat was zo, is zo en zal hopelijk zo blijven.

We schrijven 1997. Ik was toevallig op bezoek op een bierfestival. Niet helemaal zo groot als het bockbierfestival, maar het leek me wel gezellig. Ik zeg bewust leek, want erg veel heb ik er eigenlijk niet veel van mee gekregen. Het begin van die dag was ook het begin van meerdere verjaardagen en één ervan had ik met wat mensen nogal stevig gevierd. Niet de ideale omstandigheden voor een festival later die dag. Ik heb als ik het me goed herinner een biertje gedronken, wat gepraat met bekenden en toen hield ik het voor gezien. Maar ik kan toch zeggen dat ik bij het eerste festival aanwezig ben geweest. Kort, dat wel.

Ondertussen zijn we verder. Ik heb van zeer nabij het festival zien veranderen. Na het verdwijnen van brouwerij Maximilliaan bij brouwerij de Prael. Klein, knus, haast met vrienden onder elkaar. Tussen de ketels en tanks van de brouwerij. En wonder boven wonder meestal met redelijk tot goed weer. Niet dat de bezoekers zich door een spat regen lieten weghouden overigens. Ik herinner me nog hoe mensen tussen buien door gezellig buiten zaten omdat het even droog was. Wat misschien te maken had met het rookverbod binnen, maar dat is maar een veronderstelling van mijn kant.

Ondertussen vloeien de bieren al weer een aantal jaren uit de tappen in de Posthoornkerk. Een eenmalige locatie, zo heette het. Maar het bleek een blijvertje. En dus was het ook op 13 april, toevallig ook de dag van het eerste festival, weer gezellig druk. En viel er veel te genieten voor de bezoekers.  Het tij zit namelijk nogal mee voor de bierliefhebber en dat was te merken aan de vele primeurs die dit jaar aanwezig waren. Daarnaast natuurlijk bekende bieren van brouwerijen die al wat langer mee gaan.

Ooit was ik bang dat voorjaarsbieren langzaam uit zouden sterven. Weg gedrukt tussen de blijkbaar lucratievere winter en zomerbieren. Maar het tegendeel blijkt waar. Brouwers laten zich nog steeds inspireren door het seizoen en dus is er geen sprake van een terugloop van het aanbod, eerder het omgekeerde.  Daarbij wijken ze wel steeds vaker af van dat bier waar het Meibockfestival naar genoemd is. Ik kan daar eerlijk gezegd niet zo mee zitten.  Zo lang er mooie bieren zijn die me helpen het voorjaar te vieren ben ik al lang blij. En laten we eerlijk zijn: uit de tap kwam een mooie stroom aan voorjaarsbieren en viel voor de bierliefhebber weer veel te genieten! Op naar het 17e festival zullen we maar zeggen.

zondag 6 april 2014

De gotspe van een grote brouwer.

Eigenlijk was ik van plan er over te stoppen. Het meeste dat gezegd moet worden is al gezegd en als er nog dingen gezegd moeten worden, dan is het ook niet noodzakelijk dat ik dat doe. Maar nu ik de worden van Philip de Ridder heb gelezen is het sterker dan ik, ik moet het er nog een keer over hebben: de accijns.

Het is "een schande wat het kabinet-Rutte deze ondernemers aan doet". Dat zegt de Ridder in zijn afscheidsinterview met de Telegraaf. Volgen ronkende zinnen over de dramatische verhalen die hij hoort over ondernemers die hun omzet zien dalen en niet meer in staat zijn om hun onderneming te verkopen. En laat ik duidelijk zijn: Ik geloof dat er ondernemers zijn die in die positie zitten. Ik neem ook direct aan dat de prijsverschillen tussen Nederland en het buitenland daar aan bij dragen. Maar kijkt meneer de Ridder ook even naar zijn ex-werkgever en de andere brouwerijen?

Het krijgt wat minder aandacht in de media dan de strijd tegen de accijnsverhoging, maar de brouwers zelf hebben er ook elk jaar een handje van om de prijzen te verhogen. En dat nog het liefst alleen voor de Horeca. Elk jaar wordt er dan ook weer een nette smoes bij geleverd zoals de gestegen graan prijzen, of simpel een "gezonde bedrijfsvoering". In beide gevallen is het opvallend dat de prijzen in de supermarkten blijkbaar niet hoeven te stijgen. Wie weet is daar een goede verklaring voor, maar ik heb hem nog niet gehoord.

Ik heb niet de illusie dat de heer de Ridder mijn blog leest, al mist hij dan natuurlijk wel wat, maar leg het nog maar even uit: die verhoging van de accijns werkt slechts marginaal door in de bierprijs. We praten over centen per glas. In totaal betaal je voor een glas bier volgens een berekening van PINT ongeveer 7 cent aan accijns meer dan in Duitsland. Zelfs al zou het een dubbeltje zijn, dan nog is dat geen bedrag om die gezellige kroeg niet meer te bezoeken en naar het buitenland te gaan. Volgens mijn bescheiden mening is er dan ook meer aan de hand en daarvoor moeten die brouwers eens de hand in eigen boezem steken. In hoeverre behandelen ze zelf de Horeca netjes?

Wie weet heb ik het allemaal niet goed, maar als ik de berichten in de media soms volg zijn brouwers en horeca momenteel bijna net zoveel natuurlijke vijand als partner om samen een mooi product te leveren. Of de inkoopprijs per liter voor een café werkelijk hoger ligt dan de verkoopprijs in de supermarkt is niet na te gaan. Brouwerijen weigeren medewerking als er om gevraagd wordt.

Misschien zie ik het allemaal verkeerd en heeft de Ridder eigenlijk wel spijt van de wijze waarop het bedrijf waar hij directeur was met de Horeca om ging, maar durft hij dat niet te zeggen. Dan zou hij om te beginnen in plaats van die een of twee flesjes die hij volgens eigen zeggen thuis drinkt eens vaker naar een café kunnen gaan. Daarmee zou hij niet wijzen naar anderen als het er om gaat wat te doen aan een betere toekomst voor de Horeca, maar zelf een klein steentje bij dragen. Maar ook dan blijven de uitspraken die hij nog als directeur van Heineken Nederland deed voor mij niets minder dan een gotspe.