Translate

maandag 27 oktober 2014

De vrijwilligers zijn blijvers!

Zo af en toe komt het weer naar boven: Iemand houdt een pleidooi om op het Bockbierfestival vooral brouwers te laten tappen. Soms in een gloedvol betoog, soms in een halve zin zonder enige motivering. Maar altijd zonder enige kans dat het ooit in realiteit zal worden omgezet.

Het Bockbierfestival is weer achter de rug. Vele tientallen mensen hebben weer hun best gedaan om alle bezoekers van het festival te voorzien van biertjes. En al tijdens het festival brandde de kritiek weer los. Dit keer ging het er om dat een paar bieren verwisseld waren. Iets dat overigens zodra het gemeld werd door de betreffende brouwers werd opgelost. Maar op facebook werd gedaan alsof dit de grootste schande was die het festival kon overkomen. En ook anderen hadden kritiek.

Nu ik toch al weer enige jaren als vrijwilliger optreed tijdens dit festival meen ik dat ik er toch een klein beetje kijk op heb. En ik zal de laatste zijn om te zeggen dat alle kritiek onterecht is. De dingen gaan daar niet altijd zoals je ze verwacht. Daar zijn vele redenen voor, waar ik hier niet op in wil gaan. Wat ik wel wil zeggen is dit: Op het Bockbierfestival zullen vrijwilligers altijd de kar blijven trekken, wat de criticasters ook roepen. Er is simpelweg geen alternatief.

Dat begint al met de vraag of alle brouwers van wie bier op het festival was werkelijk er op zitten te wachten na een werkweek nog eens zo'n 30 uur of meer in touw te zijn in het weekeinde. Dus vrijdagmiddag de zaak opbouwen, tot en met zondag tappen en dan zondagavond of maandagochtend alles weer mee nemen. Met ook nog eens met weinig perspectief op meer opbrengst dan wanneer je het bier gewoon aan het festival verkoopt. Van de binnen gekomen muntjes gaat namelijk een heel fors deel op aan kosten van gebouw en andere zaken. Dat zal ook moeten gebeuren als de brouwers achter de tap staan. Als je alle uren werk tegen een normaal loon zou berekenen zou de totale opbrengst wel eens negatief kunnen zijn, zeker als de bezoekers om welke reden dan ook je bier massaal negeren. Ik heb dat laatste zien gebeuren.

Maar stel dat we inderdaad zo'n 90 brouwers zo ver krijgen dat ze dit wel doen. Dan nog is er een probleem: al die brouwers zullen een eigen plekje willen hebben. Gisteren stond ik in mijn eentje achter een bar met 4 taps. Op elk van die taps stond bier van een andere brouwer. Zou je die brouwers allemaal een eigen plek geven, dan had je al gauw de dubbele ruimte nodig gehad, als je pech hebt zelfs het viervoudige. Ook de Beurs van Berlage is echter niet van elastiek en de beschikbare ruimte is beperkt. Wie weet is er nog wat op te vinden, maar waarschijnlijker is dat je het aantal brouwers fors in zou moeten perken. Of je er 90 kwijt zou kunnen is de vraag. Ik denk van niet. En ik merkte gisteren dat ik niet de enige ben.

In de praktijk zie je ook dat genoemde effecten zich voordoen. Kijk naar het openingsfestival van de week van het Nederlandse Bier. Van de begin dit jaar bestaande brouwers waren er zo'n 40 aanwezig, ofwel zo'n kwart van het totaal aantal. En dat is dan een activiteit in samenwerking tussen bijna iedereen in de bierwereld. Juist daar zou je verwachten dat brouwers in de rij staan om mee te mogen doen. Wie weet gebeurt dat achter de schermen, maar ik heb daar nog nooit iets van gehoord.

Ondertussen heeft een geheel uit vrijwilligers bestaande club een festival uit de grond gestampt dat zijn weerga in Nederland niet kent. Ook dit jaar wisten weer meer dan 10.000 mensen de weg naar de Beurs te vinden. Mensen van allerlei leeftijden, beiderlei kunne en van kenner tot beginneling. En ook dit jaar was er weer meer keuze dan vorig jaar. Dan kun je uitgebreid stil staan bij wat er allemaal mis gaat en kun je van mij nog gelijk krijgen ook. Maar de organisatie en vrijwilligers van het Bockbierfestival leveren jaar in jaar uit een prestatie die ik weinigen zie nadoen. Dat mag best eens gezegd worden en als niemand het doet, dan doe ik dat maar. Wij geven vorm aan het oudste en grootste bierfestival dat ons land kent!

En er is nog een aspect dat misschien ook wel een reden is waarom vooral uit de beroepsmatige bierwereld steeds weer dezelfde kritiek komt: Als vrijwilliger ben je onafhankelijk.Als lid van een bierconsumentenvereniging gaan de belangen van de bierdrinker me het meest aan het hart. Als ik even kan geef ik ook eerlijk informatie aan de mensen die ik langs krijg. Zo heb ik mensen uit de droom geholpen die dachten dat Christoffel nog steeds uit Roermond kwam. Zoude de mensen van de brouwerij dat ook gedaan hebben? Ik vind het dat de organisatie van het festival het aan haar achterban verplicht is om zo goed mogelijk de klanten te informeren. Niet alleen over die dingen die een brouwer graag kwijt wil, ook over dingen die hij liever voor zich houdt, maar wel in het belang van bierdrinkers is. Ook dat is een reden waarom het goed is dat de vrijwilligers blijven.

maandag 13 oktober 2014

Misschien moeten we gewoon stijlloos bier drinken

Je kent ze vast wel. Al die verschillende bierstijlen. Bij elke stijl hoort dan een beschrijving en kenners kunnen zich uren vermaken met de vraag of een bier "in de stijl" hoort of niet. Maar hoe zinnig is dat eigenlijk?


Er schijnt in ons land een brouwer te zijn die bewust geen rekening houdt met welke bierstijl dan ook. Hij brouwt gewoon bier dat hij graag wil maken en waarvan hij ook nog denkt dat het wel verkoopt. Of dat nu binnen een bestaande stijl past of niet maakt hem niet uit en je zult hem daar dan ook nooit over horen. Aan de andere kant zie ik discussies langs komen of iets nu een IPA, een DIPA of een TIPA is, waarbij mensen hardnekkig op hun standpunt blijven staan. Ik heb in zo'n discussie op Internet een keer voorgesteld om dan maar over een XIPA te praten en ieder naar believen die X in te laten vullen, maar dat viel niet goed. Enige stekelige antwoorden waren mijn deel.


Nu snap ik best dat het handig kan zijn om met een simpele aanduiding van de stijl waar binnen een bier bedoeld is meer te zeggen, over smaak, aroma, kleur en meer zaken. Dat iemand die een bier koopt waarvan de stijl duidelijk op het etiket staat een idee heeft wat hij koopt en op die manier teleurstellingen voorkomt. Hoewel dat laatste gezien de discussies over de vraag of er hier in Nederland wel "echte" IPA's gebrouwen wordt blijkbaar niet altijd op gaat. Ook snap ik dat het bij bierkeuringen, wedstrijden en dergelijke handig kan zijn om te weten hoe een bier door de maker bedoeld is en dat een indeling in stijlen daarbij kan helpen. Je hebt dan immers een soort referentiekader waartegen je een bier kan afzetten. Tenslotte zijn er batches op Untapp'd die zijn geënt op bierstijlen, waardoor de laatste aan de verzamelwoede van gebruikers tegemoet komen.


Maar toch bekruipt me bij al dat stijl gedoe vaak een wat ongemakkelijk gevoel. Het voelt allemaal wat kunstmatig aan. Soms lijkt het of het hoogste doel dat je als bierdrinker kunt bereiken het feilloos benoemen van stijlen en het constateren van afwijken op die stijlen is. Of elk bier keurig in een hokje moet passen om te deugen. Het bierlandschap als keurig aangeharkt parkje. Waarbij net zoals bij de verschillende planten in het parkje ook bij het bier een kek kaartje staat waarop je kunt lezen wat het is. Overzichtelijk en netjes, maar misschien ook wel een beetje saai.


Er is dus tenminste één brouwer die zich hier aan onttrekt en het zou me niet verbazen als het er meer zijn die zich hier in herkennen. Dat zijn de vrije jongens en meiden. Zij laten hun fantasie de loop en experimenteren er op los. Of ze brouwen gewoon een bier en bekommeren zich niet om welke stijl het is. Zoals die brouwer in dat kleine Duitse dorp die slechts "Bier" op zijn kaart had staan. Het hele dorp wist precies hoe het smaakte en elke verdere aanduiding was overbodig.


Ik kan er niets aan doen, maar ik heb wel sympathie voor die brouwers. Misschien romantiseer ik ze wel (ik heb al geschreven dat ik daar wel eens last van heb), maar de gedachte aan mensen die zich aan de regels van de stilisten niets aantrekken is een prettige. Laat er dus vooral brouwers blijven die geheel stijlloos door het bierleven gaan en me gewoon verrassen met een goed glas bier. Al moet ik bekennen dat ik geen dorpsgenoot van alle brouwers ben en dus een smaakbeschrijving niet zou misstaan.