Translate

maandag 14 december 2015

We gaan een brouwer, maar vooral een mens missen

Onlangs hoorde ik dat Guus Roijen is overleden. Vooral een groot verlies voor zijn nabestaanden natuurlijk, maar zeker ook voor de bierwereld.

Dat Guus een intieme vriend van me is zal ik niet beweren. Sterker nog: ik had hem eigenlijk al een tijd niet meer gezien. Via anderen hoorde ik wel dat hij nogal ziek was. En ineens was er die rouwkaart die ik in een bekend bierproeflokaal zag hangen. Guus Roijen was op 7 december overleden. Ik was even stil.

Als ik aan hem denk, dan is het eerste wat me te binnen schiet zijn optreden tijdens een excursie met PINT regio Noord-Holland. Guus was eigenlijk nogal grieperig en was het liefst in bed gebleven. Maar hij vond dat hij ons moest ontvangen en dus stond hij er. Het verhaal wat hij vertelde klonk als een klok en ook de rondleiding langs zijn brouwerij verliep vlekkeloos. Enthousiast vertelde hij hoe hij ooit als amateur begonnen was en hoe zijn eerste brouwsel in de kruipruimte beland was, omdat de pet flessen die hij gebruikte de druk niet aan konden. Maar ook hoe hij zijn brouwerij zelf ontworpen had. De besturing  vond plaats met behulp van een laptop. Dat had het grote voordeel dat als er ’s nachts geroerd moest worden dat automatisch gebeurde terwijl hij lag te slapen. Uit alles bleek dat hij de zaak volkomen in de hand had.

Iets dat me lang dwars zat was dat het nooit lukte om brouwerij de Schans op het Noord-Hollands bierfestival te krijgen. Niet omdat Guus niet wilde, hij had het gewoon te druk met andere zaken. Toen het een keer wel lukte was dat niet minder dan een kleine overwinning voor ons. Guus vertelde dat hij het naar zijn zin had en dat hij volgend jaar weer wilde komen. Helaas: het jaar erop had hij het weer te druk en het is bij die ene keer gebleven. En dat zal ook niet meer gaan veranderen helaas.

Dat ik Guus goed ken zal ik niet zeggen. Ik kwam hem af en toe tegen en meestal was dat ergens waar iets met bier was.  Ik vond het dan altijd prettig met hem te praten. Niet alleen was hij aardig in de omgang, hij wist ook waar hij het over had en vond het voor zover ik kon merken niet erg als ik met mijn eigenwijze instelling ook wat dacht in te brengen.  De vele bieren die hij op zijn naam heeft staan bewijzen ook dat hij een vakman is. De bierwereld gaat hem node missen denk ik. Maar bovenal zal dat gelden voor zijn nabestaanden die ik dan ook mijn condoleances wil aanbieden en ook veel sterkte wil toewensen om dit verlies te dragen.

zondag 18 oktober 2015

Kees, bedankt voor 15 keer Lekkerste Bockbier

Het was in de marge van de verkiezing van het Lekkerste Bockbier dat ik hoorde dat Kees Beerepoot na 15 succesvolle edities uit de organisatie stapte. Reden voor een terugblik en een bedankje.

Het moet in 2000 geweest zij dat in bierproeflokaal In de Wildeman een proeverij werd gehouden waar uit een aantal bockbieren het lekkerste bier werd gekozen. Kees was daarbij, waarschijnlijk als jury, en vond dat het toch jammer was dat maar een beperkt aantal bieren beoordeeld waren en dus niet echt sprake was van het lekkerste bockbier van Nederland. Dat moest beter kunnen.

Wat er toen allemaal precies gebeurt is kunnen anderen beter zeggen dan ik waarschijnlijk, maar Kees wist de steun te verwerven van het Geheim Genootschap Arendsnest en het biergilde de Dubbele Arend. En in 2001 werd voor het eerst door beide bierclubs een verkiezing gehouden van het Lekkerste Bockbier. Daarbij was er Kees, door mij wel eens de vlees geworden integriteit genoemd, alles aan gelegen om er voor te zorgen dat een en ander absoluut eerlijk gebeurde en beïnvloeding niet mogelijk was. Bovendien wilde hij wel dat de uitslag representatief genoemd kon worden.

Het gevolg was direct al een systeem met loting, voorrondes, een halve finale en uiteindelijk de finale. Daardoor was het winnende bier door een zo groot mogelijk aantal mensen geproefd. Bovendien wist niemand tijdens de proeverijen welke bieren hij dronk. Absolute eerlijkheid dus. Helaas voor hem won SNAB  de eerste twee edities en aangezien zowel de Dubbele Arend als SNAB enige band met een café in Purmerend had waren de geruchten over vals spel niet van de lucht. Dat was behoorlijk tegen het zere been van Kees en het moet een opluchting voor hem zijn geweest dat de derde keer iemand anders won.

Dat met de organisatie niet te spotten viel merkte een grote brouwerij die een keer won. Het jaar er op stond trots op de verpakking dat het bier verkozen was tot lekkerste bockbier en een reclamespot op TV ondersteunde dat. Helaas waren ze "vergeten" een jaartal te vermelden. Waardoor ze ten onrechte de indruk wekten in het betreffende jaar te zijn verkozen terwijl de verkiezing nog plaats moest vinden. Ze hadden op de verpakking echter ook het internet adres van de verkiezing geplaatst, wat de organisatie de mogelijkheid gaf om op hun site exact weer te geven wat ze er van vonden. Gevolg was paniek bij de brouwer en haastig overleg, waardoor de TV spots werden ingetrokken.

Een en ander maakte wel duidelijk welk een plek de verkiezing ondertussen in de bierwereld had gekregen. En het kan aan mij liggen, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat met name tijdens de prijsuitreiking het elke keer drukker wordt en dat het beslist geen uitzondering is dat een ieder die ook maar denkt een kans te maken opeen prijs aanwezig is. Bovendien maakt de vreugde van prijswinnaars duidelijk dat het hier om een prijs gaat die er toe doet.

Nu weet ik heel goed dat dit alles niet alleen een verdienste is van Kees. Er is een heel leger van mensen betrokken bij de organisatie en ik wil hen zeker niet te kort doen. Zij zijn van het allergrootste belang,elk jaar weer. Een aantal ook vanaf het allereerste begin. Maar ik hoop dat zij er begrip voor hebben dat ik Kees er even uit licht. Hoe je het ook wendt of keert: hij is degene geweest die op een idee is gekomen waardoor Nederland er een mooie bierprijs bij kreeg. Daarnaast is het tekenend voor hem dat ik hem gisteren na afloop van weer een geslaagde editie tegen kwam en hij vertelde dat hij op dat moment net zijn eerste biertje had gehad. De meesten van ons hadden er toen al een paar meer gedronken. Ik wil daarom langs deze weg Kees hartelijk bedanken voor het idee en voor de toewijding waarmee hij de afgelopen 15 edities van de verkiezing van het lekkerste Bockbier heeft ondersteund. En het zou mij verbazen als ik niet namens velen spreek.

maandag 12 oktober 2015

Wonderlijke wereld van de trends

Wie me een beetje kent weet dat ik nu niet de meest trendgevoelige persoon op deze wereld ben. Als ik al een keer in lijn ben met een trend is het toeval: de trend blijkt mij tegen te komen en dus trekken we een tijdje samen op. Om daarna weer afscheid van elkaar te nemen. De trend moet verder niet waar?

Het gebeurde voor ik het in de gaten had: bier was iets dat hoorde bij hipsters. Het was in en als je geen bier dronk, dan hoorde je er eigenlijk niet bij. Hoe dat gekomen is weet ik nog steeds niet, maar zelfs toen ik in een reactie op een artikel schreef dat ik toch al echt een hele tijd bier dronk kreeg ik te horen dat ik dan toch wel het toppunt van hip was. Inmiddels schijnt bij de echte hipsters bier al weer een beetje passé te zijn en andere drankjes nu door deze front runners gedronken te worden.Ik ben dus blijkbaar weer een beetje uit de gevarenzone wat dat betreft.

Overigens heb ik niet het idee dat daarmee de rust in bierland terug is gekeerd. Waar het precies door komt weet ik niet, maar de kurk is definitief uit de fles en gaat er niet meer in ook vrees ik. Een nieuwe generatie brouwers en drinkers is opgestaan en is niet van plan te verdwijnen en dat is maar goed ook. Ik kijk mijn ogen uit en mijn zintuigen weten af en toe niet meer waar ze aan toe zijn. Oude tradities blijven gelukkig bestaan, maar worden vergezeld van nieuwe smaken en experimenten waar niemand een paar jaar geleden van durfde dromen. En wie daar van genieten kan elke week wel terecht bij meerder bierfestivals, tap take overs, proeverijen, bier spijscombinaties en wat er al niet meer verzonnen wordt op het gebied van bier.

Dat het hele hippe er af is blijkt misschien wel uit het feit dat bier van minder bekende brouwerijen inmiddels de supermarkten heeft bereikt. Deze bieren zijn blijkbaar zodanig main stream geworden, dat een supermarkt zich genoodzaakt ziet om deze bieren te voeren. Daarbij kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat waar de grote jongens compleet in de macht van de supermarkten zijn dat bij deze brouwerijen anders ligt. Van de doemverhalen over gedwongen stunts met de prijzen lijkt voorlopig weinig terecht te komen. Misschien komt dat nog, maar ik kan me ook goed voorstellen dat juist de kleine brouwerijen iets hebben dat de grote jongens missen: de supermarkten hebben hun ook nodig, omdat klanten steeds meer merken dat er zoveel meer is als de grote brouwerijen ons voorschotelen en dat dus ook in hun supermarkt tegen willen komen. Juist het feit dat de capaciteit van die kleinere brouwerijen niet onbeperkt is kan hen dus in de kaart spelen. Als hun bier goed genoeg is om die nieuw klanten aan hen te binden natuurlijk.

Maar hoe zit dat dan met die trends? Ik blijf me verbazen op dat punt. Er is namelijk iets dat ik, en niet alleen ik, associeerde met oude mannen. Zij die ooit in de bierwereld de dienst uit maakten en wiens autoriteit lang onbetwist was. Maar die in de maalstroom waarin de bierwereld zich bevindt ten onder dreigen te gaan. Niet eens dat zij al dat nieuwe niet kunnen volgen, oh nee. Zij volgen alles nog en vinden het ook prachtig wat er allemaal gebeurt. Maar helaas lukt het hen niet om de vruchten te plukken van hun jarenlange inspanningen om speciaal bier onder de aandacht te brengen. De jonge mensen die nu profiteren van alle ontwikkelingen zien hen niet meer staan. Als zij hun kennis willen delen lopen ze tegen een muur aan, omdat jongeren hen maar vervelende mensen vinden die het altijd beter willen weten en nooit eens luisteren. Zelfs de vereniging waar ze al jaren lid van zijn spreekt met enige spot over hen. Dat symbool is al een paar jaar het linnen tasje met daarin een opschrijfboekje vol bierervaringen en een pen natuurlijk.

Het was mij natuurlijk nog niet opgevallen, maar de linnen tasjes schijnen weer helemaal terug te zijn. Hoe of wat is me nog niet duidelijk, maar net als bier schijnt het ineens niet meer oubollig te zijn om zo'n tasje te hebben, maar juist heel erg trendy. Als nu ook nog het opschrijfboekje de tablet en de smartphone met untapp'd er op gaat vervangen kunnen de mensen die hun tas trouw gebleven zijn een lange neus naar al die nieuwlichters trekken. Toch eens kijken of ik de mijne nog kan vinden...

vrijdag 2 oktober 2015

Het IJ in vreemde handen?

Dat er enige opwinding ontstond in bierland is niet te veel gezegd: het gerucht en later bericht dat Duvel Moortgat een belang in brouwerij het IJ nam maakte tongen los, deed mensen bellen en mailen en zorgde voor discussie in sociale media. Wat gaat er gebeuren met de oudste nog werkende brouwerij van Amsterdam?

"De brouwerij" wordt hij door mensen nog genoemd, een overblijfsel uit de tijd dat brouwerij het IJ de enige brouwerij was die we hadden in Amsterdam. Dat er inmiddels diverse bijgekomen zijn doet er niet toe, er zijn meerdere brouwerijen, maar er is volgens hen maar één De brouwerij. Het is ook een brouwerij met enige geschiedenis. Een geschiedenis die prachtig beschreven is in het boek dat bij het 25 jarig bestaan van de brouwerij is uitgegeven en zich ergens in mijn huis moet bevinden. Wie het boek leest snapt dat het IJ nimmer zo maar een brouwerij is geweest net zoals de initiatiefnemer ook niet zo maar iemand is.

Toen een paar jaar geleden het bericht kwam dat de brouwerij verkocht zou worden ging er een schok door bierminnend Amsterdam. Zou de brouwerij nog zijn oude karakter behouden, of zou men een heel nieuwe weg in slaan en zo ja, welke kant zou het op gaan. Nu meen ik te kunnen concluderen dat het IJ beide gedaan heeft. Enerzijds hebben ze de traditionele IJ bieren in ere gehouden. Natte, Zatte, Struis, Columbus en die andere klassiekers: ze zijn er nog steeds en worden ook nog steeds graag gedronken door de liefhebbers. Anderzijds zijn zowel het proeflokaal als de brouwerij nieuwe wegen ingeslagen. Het proeflokaal is opnieuw ingericht en er zijn nieuwe bieren van het IJ op de markt ingeslagen. Het IJ is de laatste jaren wat avontuurlijker geworden en dat werkt blijkbaar: de capaciteit van de brouwerij is, onder andere door het inrichten van een tweede brouwerij in de omgeving, behoorlijk uitgebreid en nog schijnen ze alle zeilen bij te moeten zetten om aan de vraag te kunnen voldoen. Deels misschien vanwege de algehele stijging van de vraag naar bijzondere bieren, maar zeker omdat mensen hun bier gewoon heel lekker vinden. Kortom: als de brouwerij relatief al een oudje is, dan is het een kras oudje dat niet te beroerd is om met de tijd mee te gaan.

En toen ineens kwam dat bericht over Duvel Moortgat. Vol ongeloof las ik het gerucht dat brouwerij het IJ zou zijn  overgenomen. Als ik op dat moment aan een biertje had gezeten had ik me waarschijnlijk ter plekke verslikt en als ik er meerdere op had gehad was ik waarschijnlijk tot de conclusie gekomen dat het echt mijn laatste zou moeten zijn, omdat ik spoken begon te zien. Maar ik was nuchter, dus daar kon het niet aan liggen. Het IJ in vreemde handen, Belgische nog wel! Dat kon ook niet waar zijn. Gelukkig was het ook niet helemaal waar: De Belgen nemen een belang in het IJ. Hoe groot, dat is niet bekend gemaakt en zal misschien wel altijd in nevelen gehuld blijven. Maar van een overname is vooralsnog geen sprake.

Wat ik hoor over Duvel Moortgat is over het algemeen positief. Ze hebben blijkbaar een goede reputatie als het gaat om liefde voor het bier, maken investeringen in brouwerijen mogelijk en de baas schijnt ook nog eens een sympathieke man te zijn. Opkopen, sluiten en daarna het marktaandeel in pikken is zeker niet hun gewoonte is me duidelijk geworden. De verwachtingen over de gevolgen zijn dan ook positief en ik heb geen reden om aan die verwachtingen te twijfelen.

Maar als ik eerlijk ben, dan ben ik ook een beetje romanticus. Het IJ is een Amsterdamse brouwerij en hoort wat mij betreft bij de stad zoals de Amstel en de Jordaan dat doen. En nu is de Brouwerij dus deels in buitenlandse handen. Waarschijnlijk merk ik daar verder weinig van. Ze zullen hun bieren blijven brouwen en ook het proeflokaal zal zijn karakter blijven houden. Ze zullen hun rol blijven spelen in de bierwereld in Amsterdam. Kortom veel zal hetzelfde blijven. Maar toch: ineens bestel ik een biertje van het IJ en check het in op Untapp'd. Ik verdien er een badge mee en zie de volgende tekst "You have a keen taste for this Belgian master piece" Zouden sommige dingen dan toch sneller gaan dan ik denk?

maandag 3 augustus 2015

Geef rollende keukens ook goed bier!

Rollende keukens. Menig festival lijkt niet zonder te kunnen. Maar waarom is er wel alle aandacht voor de spijs en is bier vaak een ondergeschoven kindje?

Donderdagavond in Amsterdam - Noord. Het festival "Amsterdam Kookt" is begonnen. Ik loop wat met mijn  ziel onder de arm rond. Niet vanwege het aanbod aan voedsel. Dat ziet er allemaal best leuk uit. Ook de rijen bij de kassa hoeven me niet perse af te schrikken. Nee, ik heb zin in een biertje en daar gaat het mis.Ik blijk de keuze te hebben uit de smaken Jupiler Pils, Leffe Blond en Hoegaarden Rosé. De oplettende lezer zal het al begrepen hebben: INBev had de biervoorziening voor haar rekening genomen en daar waarschijnlijk ook voor betaald. Dus bepaalden zij welke bieren er beschikbaar waren. Later bleek dat in een uithoek van het terrein nog een kleine biertuin was en dat daar niet alleen een wat breder aanbod van INBev bieren was (onder andere de IPA van Goose island). En daar bovenop maar liefst twee bieren van lokale brouwers. Die laatsten bleken ook nog te wisselen hoorde ik later. Waarom niet meer dan twee? Mocht niet van INBev. Zucht...

Deze ervaring is niet uniek. Waar de kleinschaligheid en variatie zegeviert als het gaat om wat er aan voedsel te krijgen is, geeft vaak één grote brouwer de toon aan als het om het bier gaat. Kleine lokale brouwerijen krijgen af en toe een bot toegeworpen en mogen dan een of twee biertjes verkopen op een plek die niet al te veel in het oog springt. Met als gevolg dat iedereen vrolijk aan de Jupiler, Brand, Kornuit of noem maar op zit. Ik vraag me af of iedereen ook zo gedwee zou zijn als MaisonvandeBoer of La Place de hele catering voor zijn rekening zou nemen en een vergelijkbaar aanbod had. Ik vrees dat daar geen band tegenop zou kunnen...

Het argument wat ik hoor als deze armzalige situatie op biergebied benoem is steeds hetzelfde. De betreffende brouwers stoppen een hoop geld in het gebeuren en dus hebben ze het voor het zeggen. ofwel de financiële situatie van dergelijke festivals wordt afgewenteld op de eerzame bierdrinken. Wij mogen boeten voor het feit dat het zonder die brouwers blijkbaar niet mogelijk is om de keukens te laten rollen naar zo'n festival. De bierdrinker als een sluitpost.

Het zal wel totaal niet realistisch zijn, maar ik droom ervan dat ooit eens iemand een food festival opzet waar ook aandacht aan de diversiteit van de bieren wordt geschonken. Waar net als al die rollende keukens ook kleine bierbrouwers staan. Waar mensen keuze hebben als het om bier gaat. Gewoon om te laten zien hoe divers de bierwereld is geworden. Een lekkere hap met daarbij zo'n heerlijk biertje. Als ik er aan denk loopt het water me in de mond...

dinsdag 23 juni 2015

Nederland-België verengt tot Pilsstrijd?

Ineens duiken de berichten op in de media: In Nederland hebben we meer brouwerijen dan in België. Maar het blijft opvallend hoe de discussie daarna verloopt.

Bij houden van alle nieuwe initiatieven op gebied van bierbrouwerijen en huurders in Nederland is geen simpele opgave. Een heel netwerk van bierkenners houdt zich er momenteel mee bezig en dat leidt tot niet één, maar twee sites waar alles zo nauwkeurig mogelijk bij wordt gehouden. De mensen achter de sites horen beide tot het netwerk en beschikken over dezelfde informatie. Dat er toch verschillen zijn heeft een reden die hier verder niet zo belangrijk is. Maar we hebben dus afhankelijk van wie je spreekt 312 of 280 brouwerijen dan wel huurders in ons land. Dat dit meer was dan in België was niet helemaal onbekend en menig bierliefhebber had zich al in een ouderwetse Nederland - België gestort. De de Nederlanders daarbij het hoogste woord hadden zal geen verrassing zijn, dat hebben we nu eenmaal wel vaker. Maar goed, alles houdt een keer op en ik had er eigenlijk al even niets meer over gehoord. Tot 23 juni 2015..

Hoe het komt is mij eigenlijk een raadsel, maar ineens werd het verhaal opgepikt. Diverse media kwamen met een bericht over dit wonderlijk gegeven en wie dat niet deed had weer een verhaal over de "speciaalste" bieren. Ik merk dat niet alleen ik, maar ook mijn spellingchecker over dat woord struikelt overigens. Kortom: vandaag is bier in en met name dan het aloude Nederland - België. Uitstekend: hoe meer er over bier gesproken wordt hoe beter, tenzij je net een glas aan de mond hebt natuurlijk, dan kun je beter even niet praten. Maar de discussies over het onderwerp toont dat er nog werk te doen is.

Ik ben geneigd om te denken dat pils op zijn retour is ten faveure van diverse andere bieren. Ik hoor de juichverhalen over de grote vraag naar speciaalbier, craft bier of welke verkeerde naam er ook aan gegeven wordt. Er is zelfs een brouwer die niet zijn inkomsten uit Pils haalt toegetreden tot die exclusieve club die "Nederlandse Brouwers" heet. Allerlei bieren van kleine brouwers ligt in de supermarkt en wordt daar ook verkocht. En het drinken van al die lekkere bieren is nog hip ook. Het is dan ook verleidelijk om te denken dat het bierparadijs is gekomen. Tot je de reacties leest op fora die door anderen worden bezocht dan de bierliefhebbers waar ik meestal contact mee heb.

Hoe het kan weet ik niet, maar een discussie over al die brouwerijen die zowel Nederland als België gaat al gauw over de vraag of Heineken nu lekkerder is dan Jupiler. Soms wordt een andere pils brouwerij genoemd, maar ook dan gaat het over Pilsener. Daar staan we dan: zo rond de 300 brouwerijen, maar het blijven enkele grote jongens die het (negatieve) beeld van een heel land bepalen. Nu kun je daarvan nog zeggen dat Belgen blijkbaar niet zo op de hoogte zijn van Nederlandse bieren en omgekeerd. Tot je een Nederlander tegen komt die duidelijk maakt dat er echte wel ander bier is dan Heineken (ahhh...), hij vindt Grolsch namelijk wel veel beter (zucht). Of Hertog Jan, of vul verder maar in.

Houd me ten goede: ik behoor niet tot die groep bierliefhebbers die Pils van grote brouwerijen per definitie slecht vinden. Ik schroom zelfs niet te bekennen dat ik die pilsener ook wel drink als het zo uit komt en dat dat geen straf is. Maar het hele verhaal ging er volgens mij om dat er zoveel meer te genieten valt dan de bekende bieren die het grootste deel van de schappen van de supermarkten vullen. Dat het de moeite kan lonen om eens wat verder te kijken. Dat... Ach laat maar eigenlijk. Misschien was het idee dat Nederland massaal om is wel wat erg optimistisch. De 8 grote brouwerijen die al lid waren van Nederlandse Brouwers produceren nog steeds 95% van alle bier hier en dat is voornamelijk Pils. Dan moet je ook weer niet te vreemd op kijken als het grote publiek bij bier nog steeds aan pils denkt. Mijn kijk op de wereld (en ook die van een aantal mede bierliefhebbers) kan wel eens te rooskleurig zijn, hoeveel brouwerijen we ook hebben on ons land.

Al die brouwerijen en huurders die op hun manier bij dragen aan een meer gevarieerd bierlandschap stonden in elk geval een dag lang even in het zonnetje. Dat daarmee niet heel Nederland om is naar andere bieren dan Pils is ook niet zo erg, zeker niet zo lang kleinere brouwerijen nu al vaak zuchten onder een vraag die hun capaciteit overtreft en ze dus naast bier ook "Nee" verkopen. Laat de groei vooral geleidelijk gaan. En voor mij is het ook wel weer eens goed van die roze wolk af te stappen en kennis te maken met een realiteit die toch vooral uit Pilsener bestaat. En uit 8 speciaalste bieren natuurlijk.

dinsdag 9 juni 2015

Op naar bierweek 2.0?

Nu we vier edities van de week van het Nederlandse Bier achter de rug hebben begint het bij me toch een beetje te knagen. Is dit nu wat je van zo’n week mag verwachten?

Een openingsfestival aan het begin, open brouwdagen aan het einde en verder een reeks aan andere bierige activiteiten. Dat is heel kort samengevat wat we hebben kunnen beleven de afgelopen anderhalve week.

Het openingsfestival schijnt weer geslaagd te zijn geweest. Zelf kon ik vanwege  verplichtingen elders er niet bij zijn, dus ik moet op de verhalen af gaan. Mij blijft het wel verbazen dat waar het aantal brouwerijen de 250 al een tijd geleden is gepasseerd het aantal op het festival aanwezige brouwerijen daar sterk onder ligt.  Dat zal de eigen keuze van de brouwers zijn, maar feit is dat het daardoor moeilijk is een goede staalkaart van de Nederlandse Bierwereld te maken en dat verwacht je toch van zo'n festival.

Over de Love Beer campagne wil ik liever niet te veel woorden vuil maken. Ik vind het doel, duidelijk maken dat bier ook voor vrouwen is, alleszins de moeite waard, maar wat ik er van gelezen heb stuit me licht tegen de borst. Laat ik het samenvatten door te zeggen dat mijn indruk is dat de campagne eerder in speelt op de clichés die er over vrouwen en bier bestaan dan op een werkelijke interesse in deze doelgroep. Ik merk ook niet dat de vrouwen in mijn omgeving de campagne herkennen.

Een scan door de open brouwdagen leverde me op, dat niet iedereen op een lijn zit als het de opzet van deze dagen betreft. Mijn idee van open dagen is, dat een ieder die dat wil een kijkje kan nemen achter de schermen en dan liefst terwijl er gebrouwen wordt. Verder moet je natuurlijk vragen kunnen stellen en deskundig antwoord krijgen. Ik zag echter ook tenminste een voorbeeld van een brouwerij die gewoon haar normale rondleidingen gaf, maar dan tegen een wat gereduceerd tarief.  Misschien ligt het aan mij, maar dat is voor mij geen open dag, maar een kortingsactie. Ook  dat kan leuk zijn, maar noem het dan ook zo!

Over het algemeen mis ik (buiten het logo) iets dat al de activiteiten tijdens de week bindt. Iets dat van een aantal losse elementen een geheel maakt.  Volgens de site werken alle partijen samen. Ik geloof ook wel dat dit hun intentie is, maar op mij komt het over alsof alle activiteiten min of meer als los zand aan elkaar hangen en van enige regie door wie dan ook geen sprake is. Daardoor gebeurt het ook dat ik deelnemers met activiteiten zie komen die ze met grote regelmaat houden en waarvan ik niet zie wat er nu tijdens  de week van het Nederlandse Bier anders is. Mooi als je een bier en spijs proeverij houdt, maar als dat op dezelfde plek minstens elke maand gebeurt is de meerwaarde tijdens de week niet zo groot.

Ik ga er zonder meer vanuit dat de initiatiefnemers van de week van het Nederlandse Bier deze editie zullen gaan evalueren en nagaan wat er goed is gegaan en wat er beter is. Misschien kunnen ze daarbij eens kritisch kijken naar hoe de toegevoegde waarde van deze week groter te maken.  Wekelijks vinden in ons land bierfestivals, proeverijen en noem maar op plaats. Dat is mooi, maar maakt het wel moeilijk om er tijdens zo’n week bovenuit te komen en dat is toch wat je zou willen. Ik denk ook dat het tijd wordt voor een 2.0 versie van deze week.  Een week die om te beginnen een samenhangend geheel vormt waarin alle partijen tot hun recht komen. En die verder als doel heeft om uitdagend, spannend en vooral  heel plezierig te zijn. Een week waar niemand om heen kan die niet de hele dag onder een steen heeft gezeten. Kortom een week waar we laten zien waar we echt toe in staat zijn als alle neuzen dezelfde richting op staan. Ik denk dat we Nederland versteld kunnen laten staan.

maandag 20 april 2015

Craft Beer en de Nieuwe Kleren van de Keizer

Het is al eerder gezegd door mensen die meer invloed hebben dan ik, maar toch waag ik me er ook maar eens aan: laten we stoppen met dat vreselijke begrip "Craft beer". Niet omdat het modern of Amerikaans is, beide komt meer voor. Maar gewoon omdat het eigenlijk nietszeggend is.

Soms kom ik ze tegen. Mensen die me vertellen dat ze eigenlijk alleen maar Craft Beer drinken. Af en toe denk ik dat ik dan onder de indruk moet raken. In plaats daarvan vraag ik ze wel eens wat ze daar mee bedoelen en dat kan maar zo een verpletterend effect hebben. In het antwoord komen vaak zaken als smaak, IPA, Stout, BA en nog een aantal kreten langs. Veel wijzer word ik er niet van, maar dat schijnt ook niet de bedoeling zijn. Wie Craft Beer drinkt bevindt zich automatisch in de voorhoede van de bierwereld en kijkt enigszins minzaam glimlachend neer op drinkers van bier dat niet onder deze categorie valt met als absolute dieptepunt natuurlijk degenen die zich nog aan zoiets abjects als Pilsener wagen. Dat zijn de absolute nitwits, waarmee je als bierkenner natuurlijk niet gezien wil worden.

Nu is er gelukkig een site die helemaal aan dit Goddelijk Vocht gewijd is: Craftbeer.com. Echter als ik daar kijk is een van de eerste zinnen die ik tegen kom, dat elke bierliefhebber een eigen interpretatie en ontdekkingsverhaal heeft als hij het begrip Craft Beer probeert te definiëren. Sterker nog, definieren gaat helemaal niet, omdat ieder biermerk uniek is. Daar zijn we dus mooi klaar mee: een definitie is misschien mogelijk, maar praktisch onbereikbaar. Gelukkig heeft de Brewers Association een list verzonnen. Als het bier dan niet te definiëren is, dan maar de American Craft Brewer. Van een Amerikaanse organisatie kunnen we niet verwachten dat die zich met zoiets onbenulligs als de rest van de wereld bezig gaat houden, dus daar moeten ze zelf maar wat verzinnen.

In de ogen van de Brewers Association is een American Crafts Brewer:
  • Klein
  • Onafhankelijk
  • Traditioneel
Dat klinkt nog overzichtelijk, maar als je verder leest wordt het wel leuk. Klein is nog te doen: minder dan ongeveer 3% van de jaarproductie in de VS. Dat is dan zo'n 6 miljoen Barrels, ofwel wat meer dan 6 miljoen HL. Onafhankelijk  wordt al lastiger. De brouwerij mag niet voor meer dan 25% bezit zijn of geleid worden door een alcohol producerende industrie die zelf geen Craft Beer Brewer is. Dat klinkt al een stuk ingewikkelder. Maar traditioneel slaat alles. In de tekst daarbij staat dat een Craft Brewer gebruik mag maken van traditionele of innovatieve brouwmethodes.

Vooral die laatste moet ik even op me in laten werken. Iemand die een heel nieuwe brouwmethode verzint (er van uitgaande dat die bestaat), voldoet dus aan het criterium Traditioneel, want is innoverend. Ik geef het maar door, maar vraag me niet om het uit te leggen.  Traditioneel als biervariant op het Rang snoepje: Traditioneel is alleen Traditioneel als er Traditioneel op staat. Hier zullen toch geen commerciële overwegingen mee spelen?

Als het om onafhankelijk gaat ontstaat een situatie die ik het best kan omschrijven aan de hand van een bier dat zeker hier nogal zeldzaam is en naar ik begrijp ongeveer het toppunt van Craft: Bourbon County Stout. Mensen betalen zich blauw aan verzendkosten in beer swaps om er maar aan te komen. en de arme sloebers die het niet te drinken krijgen mogen zich verlustigen aan een plaatje van fles en glas. In de hoop dat mensen tegen de trotse bezitter aan kijken zoals sommige mannen tegen Jort Kelder toen hij nog een verhouding had met Georgina Verbaan. Nu zal het een goed bier zijn, al vraag je je af waarom ze het verdommen om het basisbier op de markt te brengen, maar de brouwer is geen American Craft Brewer. Sinds 2011 is Goose Island namelijk bezit van AB INbev en dus niet onafhankelijk volgens de definitie lees ik. Misschien hebben ze een speciale constructie en is afhankelijk toch weer onafhankelijk, zoals innovatief ook traditioneel kan zijn, maar dan snap ik er nog minder van.

Ondertussen zie ik het woord Craft Beer hier in Nederland ook steeds meer op duiken. Wie weet heb ik niet goed genoeg gezocht (en dat hoor ik dan vast wel), maar een definitie ben ik nog niet tegen gekomen. Soms zie ik een associatie met dat andere, afgekloven woord "speciaalbier" dat blijkbaar nog steeds niet is uitgeroeid. Ook in ons land is blijkbaar weer sprake van een "een eigen interpretatie en ontdekkingsverhaal" voor iedereen en is elk merk uniek. Natuurlijk staat het iedereen vrij om er zo'n verhaal op na te houden, maar ik blijf het onpraktisch vinden.

Ik ken bier in vele stijlen. Bieren die door hele grote brouwerijen gemaakt worden en andere die in een pan worden gebrouwen die ook een beetje hobby brouwer tot zijn beschikking heeft. Bieren die volgens eeuwenoude recepten gemaakt worden en bieren die gemaakt worden door mensen die juist hele nieuwe paden in willen. Ik ken vooral ook bieren die gemaakt worden door mensen die op hun manier iets bij willen dragen aan de bierwereld. Voor al die bieren ben ik iedereen dankbaar. Maar met dat begrip Craft Beer kan ik niets beginnen. Ontdaan van alle gedoe is het een leeg, nikserig begrip. Sommige mensen denken misschien dat je door het te gebruiken je als kenner laat zien. Een soort nieuwe kleren van de keizer zeg maar. Laat mij dan dat kind zijn!

maandag 30 maart 2015

Een nobel streven met bier

In de Nobelstraat in Utrecht werd een bierfestival gehouden. Een aantal cafés bracht op een regenachtige zondag bieren van brouwerijen uit de streek. En van de Streek natuurlijk.

Als ik denk aan bierfestivals, dan denk ik meestal toch aan evenementen die op een bepaalde plaats gehouden worden. Dat kan een zaal zijn, een plein of een grasveld bij een molen en wat al niet meer. Maar toch: een plek. Ik ben wel naar het bockbierfestival van Texel geweest dat in een aantal cafés werd gehouden. Helaas moest ik dan altijd met de laatste boot (of een eerder) weer terug en dus herinner ik me alleen nog bars waar het pas gezellig wilde worden als ik al weg was. Had ik het maar beter moeten regelen.

Ik moet dan ook zeggen dat ik niet helemaal wist wat ik moest verwachten toen ik door de regen van het Centraal Station in Utrecht naar de Nobelstraat liep. In die straat zijn een aantal cafés die, naar ik later die middag hoorde, vooral bezocht worden door studenten. Als ik het niet totaal verkeerd begrepen heb ook geen plekken waar je voor een ruim bieraanbod moet zijn. Behalve dan op deze laatste zondag in maart. Elk deelnemend café was gastheer van een aantal brouwers wiens bieren daar getapt dan wel uit fles geserveerd werden. In de aankondiging stond verder dat er kleine glaasjes waren.

Het was net 14:00 toen ik het eerste café binnen kwam. Ik bleek ook de eerste gast. Een paar brouwers stonden met het personeel te praten. Maar er was bier, waaronder een primeur. Een brouwer had net een kind gekregen en noemde zijn bier dus naar babypoep. Dat wist ik niet toen ik het bestelde. Soms vraag je je af waar het heen moet met de biernamen... Ondertussen wilde de zaak niet vol lopen. Tijd om naar een andere zaak te gaan. De barman vertrouwde me bij het afrekenen toe dat hij verwachtte dat het wel drukker zou worden.

Of het in die eerste zaak nog goed gekomen is weet ik niet, maar naar mate het festival vorderde werd het inderdaad drukker. Dat begon toen ik een bar binnen stapte waar een bier werd getapt dat vorig jaar in Amsterdam nog een zeer gewaardeerde prijs in de wacht sleepte. Twee mensen liepen er rond met stokjes met een stukje kip er op en verder vloeide het bier er, naast andere dranken overigens. Drie trotse brouwers keken het allemaal met veel genoegen aan.

De rest van de middag bleef het overal gezellig. Ik volgde nog blind het advies van iemand die heel trots was op zijn bier en er niet bij vertelde dat het wel 10% alcohol bevatte. Dat kwam iets te vroeg, maar ook daar heb ik me manmoedig doorheen gesleept. Ondertussen was ik al diverse mensen tegen gekomen en werd het allengs leuker. Toen ik in het laatste café ook nog een iemand tegen kwam die een bekend bierblog runt kon het allemaal niet op. We hebben samen de hele bierwereld en vooral ook de afgelopen woelige week even door genomen en volgens mij voor alle problemen een oplossing gevonden. Helaas weet ik al die oplossingen niet meer en zal de wereld dus nog even met de problemen blijven worstelen, tenzij mijn gesprekspartner ze nog wel weet.

Als met al was het een leuke middag met goed bier. Het werd waarschijnlijk ook best goed bezocht, hoewel dat moeilijk is na te gaan, omdat alle cafés ook gewoon open. Hoewel ik veel bierdrinkers zag zullen er ook mensen achter hun bubbels of andere drank hebben gezeten. De opzet was in elk geval heel laagdrempelig en dat is ook belangrijk. Natuurlijk valt er altijd wel wat te zeuren als je er naar zoekt. Zo werd me in eerste instantie dat van die proefglazen niet verteld en kreeg ik zonder meer een groot glas voor mijn neus. Maar ik had daar zelf ook naar kunnen vragen natuurlijk. Ook het feit dat ik in mijn eentje ook hele flesjes leeg moest drinken, wat het aantal te proeven bieren wat verkleint, is ten dele ook aan mezelf te wijten. Over het algemeen zat het allemaal goed in elkaar, was de organisatie er in geslaagd om mooie brouwerijen met even mooie bieren bij elkaar te krijgen en werd het op een gegeven moment nog droog ook, wat wel handig is als je van een plaats naar een ander gaat. Het zal dan ook waarschijnlijk niemand verbazen dat ik met een goed humeur de trein terug naar Amsterdam pakte. Het was een leuke middag geweest.

maandag 16 maart 2015

Albert Hein: het gelijk van een PINT voorzitter?

Albert Hein kondigt een grote omwenteling in haar bierschap aan. Bijzondere internationale, maar ook lokale bieren zullen nu gewoon te koop zijn in de supermarkt. Krijgt een voormalig PINT voorzitter daarmee alsnog gelijk?

Het was zeker geen onomstreden doel. Onder de bezielende leiding van haar voorzitter verhief PINT het tot haar missie dat overal in Nederland elk bier in het juiste glas verkrijgbaar zou moeten zijn. Helaas is de missie op de website van PINT niet te vinden (in elk geval niet door mij), dus kan ik hem niet letterlijk citeren. Het was in elk geval een missie die als wel heel erg ambitieus werd gezien en door sommigen ook als onwenselijk. Want hoe om te gaan met lokale brouwerijen, die net hun eigen omgeving kunnen bedienen en zeker niet heel het land? Ik heb altijd gevonden dat daar praktisch mee om moet worden gegaan. Waar het mij om ging was dat bierbrouwers en -consumenten geen last hebben van partijen die voor hun eigen gewin distributie monopoliseren en daardoor hun concurrentie de pas af snijden.

Maar goed: jarenlang leek dit verhaal een illusie. Natuurlijk: er waren al bierwinkels waar de liefhebber kon kiezen uit een divers aanbod. Maar die moest je wel weten te vinden. Wie zocht in het bierschap van de doorsnee supermarkt merkte niets van al die rijkdom die we hier in ons land hebben op biergebied. Daar domineerden de grote Nederlandse brouwerijen en werden die hooguit aangevuld met toch een beetje obligate Belgen. Ik reken me zelf nog niet tot de snobs, maar ik kreeg nooit een warm gevoel bij de aanblik van weer zo'n rijtje bieren dat in elk geval niet van een overmaat van fantasie getuigde. Bieren die ik graag wilde kon ik daar in elk geval niet vinden, daarvoor moest ik echt naar de plaatselijke bierspecialist. Hoe sympathiek het idee van onze voorzitter ook was, het leek me steeds minder waarschijnlijk dat het ooit die kant op zou gaan.

Tot nu toe dan. Ik had al foto's gezien van plaatselijke supermarkten van diverse merken met schappen waarin bier stond dat niet tot het obligate rijtje behoorde. Maar vaak met daarbij toch een opmerking dat het een hobby betrof van een lokale manager die daar blijkbaar de ruimte voor kreeg als hij het maar verkocht. Of misschien in het geheim als pilot fungeerde. Want het lijkt erop dat de kurk nu definitief van de fles is. Albert Hein kondigt groot aan dat ze het bierschap drastisch om gaan gooien en er zelfs een speciaal stuk schap komt voor regionale brouwerijen. Waarbij dat laatste wel een beetje ruim gezien moet worden, het land wordt verdeeld in een aantal regio's. Dat je in Boerenkoolstronkeradeel ook het plaatselijke bier in de Appie vindt is dan ook niet waarschijnlijk, maar misschien wel van een naburige stad. Wie had dat gedacht, van landelijke meuk, naar plaatselijk leuk!

Ondertussen is natuurlijk weer niet iedereen blij. Want hoe zit het nu met al die slijters die ons al die jaren van die kostelijke bieren hebben voorzien? Gaan die net als plaatselijke kruideniers ten onder aan het geweld van de super? Ik hoop het in elk geval niet en verwacht eerlijk gezegd ook niet dat het gebeurt. Ik verwacht dat er een blijvende belangstelling zal zijn voor dat deel van de bieren dat niet in de supermarkt staat. Uiteindelijk zal geen supermarkt alle bieren van de inmiddels al weer 250 Nederlandse brouwerijen hebben, om van het veelvoud aan buitenlandse nog maar te zwijgen. Bovendien zal, met alle moeite die ze er voor willen doen, een supermarkt niet de kennis van een specialist hebben en zal ook daar een goede slijter / bierspecialist zaken kunnen doen. Sterker nog: als mensen in de supermarkt merken dat er zoveel meer is te beleven op bier gebied kan dat nieuwsgierigheid opwekken. Goed nieuws voor de specialist die aan die nieuwsgierigheid tegemoet kan komen.

Komen we weer terug op die oude missie. Ik denk dat we rustig kunnen zeggen dat die een beetje dichterbij is gekomen. Daarmee komt de wens van die voorzitter wat dichterbij. Wordt de illusie van toen een beetje werkelijkheid. Is het visioen niet helemaal meer fata morgana, maar begint er iets tastbaar te worden. Hoe het vanaf nu verder gaat lopen kan ik niet zeggen en ik tart iedereen om dat wel te doen. Maar menig voorspelling zou wel eens door de realiteit kunnen worden ingehaald. Wel heel mooi om daar als bierliefhebber bij te zijn!

zondag 22 februari 2015

Transparantie in bierprijzen is nog ver te zoeken.

Hoewel enige ijdelheid ook mij niet vreemd is, vind ik het soms helemaal niet zo leuk om gelijk te krijgen. Als het gaat om de prijs die we als consument voor ons bier betalen had ik liever gezien dat ik er helemaal naast zat.

Het was de bierconsumentenvereniging PINT die me wees op een berichtje op de website van die van Misset Horeca. Daar ging het weer eens over de bierprijzen voor de Horeca. De redactie van het blad heeft onderzocht hoe de bierprijzen van de grote brouwers zich hebben ontwikkeld en dat gehouden tegen de inflatie en accijnsverhogingen. En houd je vast, dit had je nooit verwacht: De prijzen blijken sneller te zijn gestegen dan je uit deze factoren zou kunnen verklaren. Gevraagd naar de redenen willen de grote brouwers hier niet op in gaan. Uit concurrentie overwegingen of gewoon omdat ze geen zin hebben om vragen er over te beantwoorden.

Ondertussen is het totaal onmogelijk na te gaan hoe de prijzen die cafés betalen werkelijk liggen. Brouwerijen publiceren alleen de bruto prijzen en werken met allerlei kortingen op die prijs. Daar moet je als ondernemer dan wel voor onderhandelen en hoe meer je aan de brouwer vast zit, hoe moeilijker dat is. Je kunt moeilijk dreigen naar een ander te gaan als in het huurcontract van je café staat dat je verplicht bent om bier van een brouwer af te nemen die, hoe toevallig, ook nog eens de verhuurder van het pand is. "...om gunstige voorwaarden er uit te onderhandelen  moet je wel aan minimaal drie eisen te voldoen. 'Je moet het kunnen, je moet vrij zijn van brouwer en je moet voldoende pils verkopen.'" tekent Misset Horeca op uit de mond van Bob Maas, die voor horeca gelegenheden onderhandelt met brouwers. Heb je dus een klein café en ook nog eens te maken met huurcondities, brouwerijcontracten. of andere narigheid dan betaal je gewoon meer per liter. Hoe dat allemaal precies gaat komen wij als consumenten niet te weten, want de uitkomsten van onderhandelingen zijn  natuurlijk geheim.

Ondertussen blijven die zelfde brouwers wel stunten via de supermarkten. Horeca ondernemers moeten dan ook nog steeds constateren dat verkoopprijzen in de supermarkten lager liggen dan hun inkoopprijzen. Dat maakt het lastig om nog mensen in je tent te krijgen, zeker in tijden dat mensen het allemaal niet zo breed hebben.

Het is al weer een tijd geleden dat partijen in de bierwereld zich aaneen sloten om onder de bezielende leiding van Nederlandse Brouwers te protesteren tegen de verhogingen van de accijns. Mensen zouden spontaan naar het buitenland vertrekken om bier te kopen, De brouwers, winkels en horeca gelegenheden zouden enorme verliezen gaan leiden, mensen zouden worden ontslagen en meer rampen zouden de bierwereld overspoelen. Toen al viel het me op dat de brouwerijen een stuk minder problemen hadden met hun eigen prijsverhogingen. De toenmalige voorzitter van PINT kon zelfs de volgorde waarin de leden van Nederlandse brouwers hun prijs verhoogden voorspellen. Nu blijkt uit onderzoek dat mijn twijfels van toen terecht waren. Mooi voor mijn ego misschien, maar ik had het liever anders gezien. Partijen die destijds uit volle overtuiging zich aansloten tegen de accijnsverhoging zijn naar mijn mening gewoon misbruikt door een partij die blijkbaar alleen tegen verhogingen is als het geld niet bij hen terecht komt.

De verhouding tussen Nederlandse brouwers en hun afnemers in de horeca kenmerkt zich door een totaal gebrek aan transparantie. Vragen van Misset zijn niet beantwoord, overeenkomsten met horeca ondernemers kenmerken zich door geheimzinnigheid. Dat was een paar jaar geleden ook al zo en dat is niets veranderd. Aangezien deze grote brouwerijen nog steeds het overgrote deel van de markt in handen hebben een kwalijke ontwikkeling en een serieuze dreiging voor de horeca wereld in ons land.

vrijdag 6 februari 2015

The times they are a changing

Eigenlijk wist ik het wel, maar als je er ineens mee geconfronteerd wordt is dat toch even een beleving: de bierwereld is de afgelopen jaren misschien niet helemaal op zijn kop gezet, maar toch behoorlijk veranderd.

Het kan zijn dat ik niet goed gekeken heb, maar ik heb geen jaartal gevonden in het uiterst interessante en ook vermakelijke boekje "Minder Trammelant in Bierland". Maar het moet na 2007 geweest zijn en ik weet dat ik het al jaren heb. Door een toeval (of liever een filmpje dat door iemand op facebook was gezet) keek ik het weer eens in en voelde me terug gaan in de tijd.Terwijl het bij het uitkomen toch behoorlijk actueel was.

We dronken toen het boekje uit kwam nog 77 liter per persoon per jaar (waarbij iedereen mee telt, ook mensen die geen bier drinken). Ik zag laatst dat we langzaam richting 70 aan het verschuiven zijn. Waarbij aangetekend dat vooral de grote pilsbrouwerijen daar las van hebben. Kleine brouwerijen groeien nog steeds, als ze kwaliteit leveren tenminste. En bovendien: het kan nog slechter, want in 1949 dronken we per persoon slechts 10,1 liter per jaar. Maar dat bier was dan ook gewoon slecht.

Wat verder opvalt is het hoge percentage Belgische Bieren in het boekje. Dat kan natuurlijk een keuze van de schrijvers zijn, maar ik denk dat toen veel bijzondere bieren nog uit België kwamen. In het boekje staan 30 Belgische Brouwerijen. 13 Nederlandse en slechts één Amerikaanse. Toch waren de heren blijkbaar zieners. "In Amerika wordt pas echt bijgedragen aan de toekomst van bier in het algemeen en speciaalbier in het bijzonder" schrijven ze en ik denk dat de geschiedenis sindsdien hen gelijk heeft gegeven over wat ze al "de parels van morgen" noemen. Ik denk dat als beide heren tot een "geheel herziene druk" zouden besluiten de verhouding anders zou zijn. Misschien minder Belgen en meer Nederlanders, maar zeker meer Amerikanen denk ik maar zo. Wie weet gaan we het nog een keer mee maken.

Als ik de lijst met bieren langs loop heeft het wel wat van een reünie van school weg. Ik kom oude bekenden tegen, die er nog steeds zijn, maar die ik door allerlei omstandigheden uit het oog was verloren. Van anderen moet ik constateren dat ze ons ontvallen zijn. Brouwerij gesloten, bier uit het assortiment. Er zijn er bij die ik toch wel een beetje mis als ik er over lees. Zeker de beschrijvingen van de altijd weer enthousiaste schrijvers draagt daar aan bij. Misschien moet ik een aantal van die oude kennissen nog eens weer opzoeken en mijn kennismaking met ze hernieuwen. Of zou ik dan merken dat we toch in al die tijd uit elkaar zijn gegroeid? Want ik ben veranderd in die tijd natuurljk.

Ontwikkelingen in bierland. Ik ben er toch al enige jaren bij geweest. Ik heb ook geroepen dat het hard ging. Ik was het eens met de stelling dat als je tien jaar geleden had voorspeld dat we nu meemaken wat we mee maken er toch behoorlijk aan je verstand getwijfeld zou worden. En toch was de confrontatie met het nog niet zo verre verleden voor mij verassend. Bob Dylan zong het al en in bierland geldt dat nu zeker: The times they are  a changing.


maandag 5 januari 2015

Kan dat niet anders?

De afgelopen weken heb ik me verbaasd over de wijze waarop in elk geval een deel van de Belgische bierwereld met de koppen tegen elkaar lijkt te botsen. Ik vraag me af of dat niet anders kan.

Het lijkt een beetje oorlog in de bierwereld van onze zuiderburen. Hoe het precies begonnen is weet ik niet zeker, maar een pamflet van een aantal brouwers en het toelatingsbeleid van het ZBF lijken er toe bij te hebben gedragen dat er tussen brouwers en bierfirma's een vete is ontstaan. En als ik op facebook zo af en toe zaken voorbij zie komen worden de messen in beide kampen geslepen en is men eerder op confrontatie dan compromis uit.

De bierfirma's voelen zich in elk geval geboycot. Zij hebben te horen gekregen dat op het Zythos Bierfestival geen ruimte voor hen is. De brouwers, met eigen ketels, zijn namelijk een maand eerder uitgenodigd en zoveel belangstelling getoond, dat alle ruimte is ingenomen en dus voor bierfirma's geen ruimte meer is. Een en al is strikt volgens de al jaren geldende regels, maar het is voor het eerst dat het zo uit pakt, dat geen enkele bierfirma nog kan komen. En dus is Leiden, of een vergelijkbare Belgische plaats, in Last. Op sociale media en in andere media wordt er schande gesproken van de organisatie van het festival die partij zou kiezen tegen de bierfirma's. Dat deze organisatie gewoon haar regels toe past en zelf mag bepalen wie ze uitnodigen is iets dat niet bij de firma's op komt.

Aan de andere kant staan de brouwers met een ketel. Een aantal van hen had al eerder een pamflet het licht laten zien waarin ze probeerden duidelijk te maken hoe bedreigend die bierfirma's wel niet zijn. Niet voor hen, maar voor de Belgische Biercultuur. Bovendien is het niet eerlijk. Zij doen het zware werk boven de ketels en die firma's zitten in plaats van in de brouwerij achter hun computer en bedrijven marketing in plaats van dat ze brouwen. Van dat laatste hebben ze ook niet zoveel verstand, de meeste weten geen gerstekorrel van een hopbel te onderscheiden. Dat is in elk geval de mening van die brouwers.

Ergens halverwege zijn dan ook nog de brouwers die hun geld verdienen met het brouwen voor die bierfirma's. Voor een aantal op basis van een door de firma verstrekt recept, in andere gevallen komen zij wel met een idee voor een bier dat die firma dan kan verkopen. Zij horen feitelijk bij de brouwers, maar zullen die firma's waarschijnlijk niet afvallen. Je gaat klanten niet tegen je in het harnas jagen.

Zoals altijd zullen alle partijen best wel een aantal goede argumenten voor hun standpunt hebben. Maar ik vraag me af of dit nu de manier is om de biercultuur vooruit te helpen. Wie in de Belgische bierwereld er iets mee op schiet als diverse partijen meer bezig zijn met elkaar in de haren te vliegen, in plaats van met het maken van mooie klassieke en ook innovatieve bieren. Zou het geen idee zijn om in plaats van elkaar te bevechten om stukken van de bierkoek te proberen de koek te vergroten, zodat iedereen daar wat aan heeft? Om vooral ook elkaars kwaliteiten te zien en niet alleen waar de ander minder goed in is? Zou het niet mooi zijn om met elkaar afspraken te maken om te zorgen voor een eerlijk speelveld waar brouwerijen en firma's beide hun rol kunnen spelen? Misschien moeten al die partijen samen gewoon een (waarschijnlijk Belgisch) biertje met elkaar gaan drinken.Lijkt me een stuk leuker dan elkaar voor rotte vis uit maken.