Translate

woensdag 7 december 2016

De overdenkingen van Jan Dijkgraaf

Het was oudejaars avond 2017. Jan Dijkgraaf keek hoe de klok langzaam richting twaalf uur bewoog. Het was een bijzonder jaar geweest, maar anders dan hij had verwacht.

Ooit, nu meer dan een jaar geleden, leek het een leuk idee. Een partij die zelf geen ideeën heeft, maar de leden van die partij laat  vertellen hoe ze moeten stemmen, welke  vragen ze moeten stellen en wat ze verder moeten doen. Vooral omdat men van tevoren verwachtte dat niemand in dat idee zou trappen. Jan had bij zijn vertrek niet voor niets geregeld dat hij terug bij de krant mocht komen als hij niet in de Kamer zou komen. Lekker weer in 99 woorden anderen vertellen hoe het moet en je boos maken. Dat was tenslotte zijn lust en zijn leven. Maar het was anders gelopen.

In de campagne ging alles nog naar wens. Een partij zonder ideeën mag dan iets nieuws zijn, in verkiezingsdebatten kun je er weinig mee. Dus kon Jan rustig thuis blijven zitten, want hij werd toch niet gevraagd. Media besteedden na die eerste opwinding geen aandacht meer aan hem, wat de kans op verkiezing klein maakte. De 99 woorden lonkten. Tot het mis ging.

Op 18 maart bleek in de vroege uurtjes dat Jan toch gekozen was. Met de hakken over de sloot had hij de kiesdrempel gehaald. Dit tot ongenoegen van Wilders die een restzetel aan zijn neus voorbij zag gaan en daardoor net niet de tweede partij was geworden. Dat was aan hem voorbij gegaan net als de rest van de uitslag. Jan werd van alle kanten gefeliciteerd, maar inwendig huilde hij. Wat moest hij doen? Hij dacht eraan zijn zetel niet te aanvaarden, maar dan kon hij nooit meer betweterig zijn. Dan had hij, Jan Dijkgraaf, de kiezers verraden. Niet handig voor iemand die zijn column terug zou willen. Dus restte slechts één ding: de Kamer in.

Het bezoek aan de Koning was ongemakkelijk geweest. Hij was een van de laatsten die mocht opdraven. De Koning had waarschijnlijk al een idee hoe hij vond dat de formatie moest gaan verlopen. Maar dat was het ergste niet. Via het mini referendum hadden de leden hem opgedragen om de Koning te melden dat de minister president moest worden gekozen via een serie TV uitzendingen van “The Next Prime Minister” en dat mensen uiteindelijk konden stemmen per SMS of de speciale app. De Koning had welwillend geluisterd en zei dat hij het in overweging zou nemen. Zij gezicht sprak echter boekdelen. Gelukkig hoefde hij daarna niet meer langs te komen op het paleis.

Het bleek het begin van meer ellende. Bij stemmingen was het gedrag van de partij zo voorspelbaar geworden dat de overige Kamerleden het al gauw hadden over “De Tegenpartij”. Als ze het al over hem hadden. Meestal was dat niet het geval.  Bij het vragenuurtje werd af en toe een vraag van hem (opgedragen via weer een mini referendum) toegelaten. Men wilde wel eens weer lachen. Nog zag Jan de mengeling van wanhoop en spot op het gezicht van de ministers die antwoord moesten geven op weer een vraag van hem. De bulderende lach van de rest van de Kamer dreunde nog door in zij n oren. Het ergste was daarbij dat hij dat begreep. De vragen waren nauwelijks serieus te nemen. Maar ja, de leden wilden ze.

Bijna twaalf uur. Jan schrok op van zijn gepeins. In eens was het hem allemaal duidelijk. Het nieuwe jaar zou anders zijn. Zijn besluit stond vast. Met vaste hand typte hij zijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer.  Toen hij hem af had maakte een gevoel van bevrijding zich van hem meester.  De klok sloeg twaalf uur. Jan kuste zijn geliefden om zich een en wenste hen een gelukkig nieuw jaar.

Het was druk in Nieuwspoort toen de persconferentie van Jan Dijkgraaf begon. Journalisten die hij het hele jaar niet had gezien vulden de zaal. Fotografen verdrongen elkaar om de mooiste foto te maken.  Jan nam het woord en vertelde over zijn besluit. Hij had de Kamer gemeld dat hij niet langer een onderdeel van de fractie was, maar zelfstandig verder zou gaan. Dat de partij dan niet meer in de Kamer vertegenwoordigd was leek hem geen verlies. Of hij het beter zou gaan doen wist hij niet, maar hij had dat in elk geval zelf in de hand. Nadat het tumult onder de journalisten was gaan liggen liep hij de zaal uit. Een bekende journalist sprak hem aan met de woorden “Ik ga je hier morgen natuurlijk helemaal over afbranden, maar ik begrijp je wel”. Jan haalde zijn schouders op. “Ze doen maar” dacht hij bij zichzelf en liep een kroeg binnen.