Translate

maandag 11 december 2017

Echte helden

"De Helden van de Prael" heet een expositie die te zien is in hun proeflokaal aan de Nieuwe Hemweg in Amsterdam. Een terechte titel.

De Prael is en blijft een bijzondere brouwerij. Niet alleen omdat daar zaken vaak net ietsjes anders lopen dan in andere bedrijven, maar vooral vanwege de mensen die daar werken. Mensen die elk hun eigen verhaal hebben en allemaal verder willen met hun leven. Mensen die dankzij de Prael, maar vooral dankzij hun eigen inzet de kans hebben om dat te verwezenlijken. Als ik er ben valt het me telkens weer op hoeveel enthousiasme mensen uit stralen, hoe trots ze zijn op waar ze mee bezig zijn. Daarbij zijn het stuk voor stuk mensen van wie ik ben gaan houden. Ik mag graag een beetje met hen dollen en me ook laten dollen door hen. Want ook dat is een kenmerk van de Prael, ik heb het nog nooit mee gemaakt dat het saai is.

De mensen van de Prael staan centraal in de expositie "Helden van de Prael" die nog tot 13 januari te zien is in de brouwzaal van het proeflokaal aan de nieuwe Hemweg. Martin Waalboer heeft zijn impressies van de mensen van de Prael vastgelegd in zwart-wit foto's en een aantal daarvan zie je op de expositie. Niet op klein formaat in een mooi lijstje, nee levensgroot. Een bij elke foto staat een opmerking van de betreffende persoon over de Prael. En dan vallen dingen op. Voor veel van de mensen is de Prael belangrijk. Een  aantal malen valt het begrip (tweede) huis, een warme omgeving. Maar ook een plek om je weer perspectief te geven. Collega's worden beschouwd als familie. Kortom een hechte groep mensen en dat zie ik ook als ik er ben, inclusief het gekibbel dat je ook in families tegen komt overigens.  De expositie toont echter vooral de andere  kant. Het zijn deze mensen die de Prael hebben gemaakt en dat nog steeds doen. Deze mensen vormen volgens de inleiding van het boekje dat van de expositie gemaakt is "de bloedlijn van de Prael". Zonder die bloedlijn geen de Prael. Vandaar dat ze ook Helden genoemd worden. Een titel die ze wat mij betreft stuk voor stuk verdienen.

Ik merkte ook dat toen ik rond liep tussen al die foto's ik duidelijk geëmotioneerd raakte. Ik voelde me een geluksvogels dat ik een aantal van deze  mensen heb leren kennen. Mensen die over het algemeen geen gemakkelijk leven achter de rug hebben en voor wie zaken die ik normaal vind niet zo gewoon zijn. Mensen die zichzelf weer perspectief geven. Dat is de boodschap die ik uit de foto's en begeleidende tekst mee heb gekregen. Waarbij ik onmiddellijk beken dat ik waarschijnlijk niet geheel objectief ben. Wat ik zag was in feite een bevestiging van wat ik al dacht. Ik hoop echter van harte dat ook andere bezoekers het zo zullen zien. Bij de Prael werken naar ik begrepen heb zo'n 165 mensen. Die staan niet allemaal tentoon gesteld, maar hun allemaal is dezelfde titel van toepassing: het zijn stuk voor stuk helden van de Prael.

Het zal duidelijk zijn dat ik iedereen aanraad om de expositie te gaan bezoeken. De toegang is gratis, maar je kunt natuurlijk altijd na afloop een biertje drinken in het proeflokaal. Je maakt dan tevens kennis met de Helden waar het over gaat.

De tentoonstelling "Helden van de Prael" is te zien tot 13 januari 2018 in de brouwzaal van de Prael aan de Nieuwe Hemweg 2 1013 BG Amsterdam, tijdens de openingstijden van het proeflokaal. Toegang is gratis.

woensdag 25 oktober 2017

Gouda en het Plastic Glas

Een PINT festival met bier in plastic? Welke gemeente verzint zoiets? Gouda blijkbaar!

Vanaf de bestuurstafel van PINT kwam een voor mij in elk geval opvallende mededeling: Het winterbierfestival mag alleen door gaan als ze de bieren in plastic gaan schenken. Houden ze vast aan glas, dan krijgen ze geen vergunning en kunnen we het festival dus op onze buik schrijven.

Nu ken ik de voorkeuren van gemeentebesturen voor plastic glazen wel. Op koningsdag en bij andere festiviteiten in de stad Amsterdam zijn ze ook verplicht. Met een statiegeld systeem, zodat alle glazen in theorie in elk geval terug komen, wat goed is voor het milieu. Daarbij voorkom je breuk met alle vervelende gevolgen en mogelijkheden om anderen te verwonden van dien. Ook wanneer de hoofdstedelijke voetbalclub thuis speelt is het niet ongebruikelijk dat in het wallengebed buiten alle bier in plastic moet zitten en glazen daar niet zijn toegestaan. Reden voor brouwerij de Prael om dan maar helemaal niet toe te staan bier mee naar buiten te nemen. Wil je roken, dan kun je je glas even laten staan op een tafel net binnen. Ook niet ideaal, maar bier in plastic is erger.

Maar we hebben het hier over het Winterbierfestival. Een festival dat al de nodige edities achter de rug heeft. Ik ben daar zowel als bezoeker als deelnemer diverse malen bij geweest. En er sneuvelt wel eens een glas. Dat wordt dan door de organisatie of een der vrijwilligers opgeruimd en klaar is Kees. Wie weet is er wel eens iemand met een schaaf- of snijwondje, maar daar heb ik nog nooit iets van gemerkt. Het is een gemoedelijk festival waar zo'n 400 bezoekers genieten van de winterbieren en elkaars gezelschap. Een plek waar de kans op vechtpartijen en andere ongein kleiner is dan de kans dat iemand die geen lot koopt de staatsloterij wint. Hoe zeer ik er ook over nadenk, ik kan geen reden verzinnen waarom Gouda deze eis zou willen stellen.

Of wel? Ik vrees dat het gemeentebestuur hiervan geen weet heeft. Dat ze helemaal geen idee wat dat is: Winterbierfestival. Er zijn mensen die bij bierfestivals denken aan evenementen waar enorme hoeveelheden bier verzwolgen worden en liefst ook in de lucht gegooid. Waar de EHBO de handen vol heeft aan het behandelen van snij- en schaafwonden. En waar vechtpartijen eerder regel dan uitzondering zijn. Of zulke festivals bestaan weet ik niet, maar ik heb ze nog nooit mee gemaakt in elk geval. Maar je wil als gemeente later natuurlijk geen verwijten krijgen. Veiligheid voor alles

Misschien heeft de gemeente ook gehoord dat plastic steeds beter wordt en dat het verschil met glas zo aanwezig miniem is. Op dat punt ben ik het echter eens met de hoofdredacteur van PINT magazine (wat echt niet altijd het geval is): "Ik kan er niet precies de vinger op leggen, of het nu de dikte is van het materiaal, de temperatuur of de afronding van de rand, naar in kunststof smaakt het bier vlakker". Dat het maar een keer gezegd is. Bier is nog steeds beleving en daar hoort een goed glas bij. Of ik altijd de nuance van het effect van "terugbolling" merk is een tweede, maar bier uit plastic is als Dries Roelvink in die gele zwembroek. Het zal nooit wat worden.

De organisatie legt zich er bij neer zo lijkt het en misschien is dat verstandig. Maar stiekem was ik er wel voor in geweest om te laten merken dat we het er niet mee eens zijn. Verzamelen in de Goudse Eend. Daar natuurlijk eerst een biertje en dan in optocht achter de PINT vlag aan door de straten van Gouda naar het stadhuis. Alwaar er door een delegatie van het bestuur van de vereniging en van regio Zuid-Holland een petitie wordt aangeboden om vooral gewoon te blijven doen en bier in glazen te laten schenken. Zang en dans zijn optioneel wat mij betreft.

Maar ach, indruk zal dat wel niet maken. Bovendien blijft de kans aanwezig dat het in de Goudse Eend zo gezellig blijkt te zijn dat niemand nog zin heeft om de straat op te gaan naar het stadhuis. En dus drinken we uit plastic tijdens het winterfestival. En pinken misschien een traantje we omdat zo'n mooi product als bier ten prooi is gevallen aan overdreven veiligheidsdenken. Laten we hopen dat het  verder weer een mooi festival wordt en proosten op wat er nog wel is.

dinsdag 17 oktober 2017

Innovatie en goed bier.

Als een goede brouwer spreekt, dan horen simpele bierliefhebbers te zwijgen. Toch veroorloof ik me een paar voorzichtige kanttekeningen bij de opmerkingen van Yvan De Baets.

Innovatie is geen doel op zich stelt Yvan De Baets in een interview, dat via de site Belgian Beer en Food en een paar Facebook vrienden tot me kwam. En ik denk dat er weinigen zijn die hem daar in ongelijk geven. Uiteindelijk zal het doel van elke brouwer moeten zijn dat hij goed bier brouwt en kan alleen het feit dat iemand innovatief bezig is geen reden zijn om hem maar goed te vinden. Aan innovatief slootwater heb je weinig naar mijn mening en ik kan me de laatste keer niet herinneren dat ik in mijn favoriete café iemand van een bier zei dat het "zo fijn innovatief" was. Mensen die dit geen open deur vinden moeten toch eens bij zichzelf te rade gaan.

Toch vliegt de Baets wat mij betreft daarna een beetje uit de bocht, tenminste als ik hem goed begrijp. Hij constateert dat de weg naar goed bier is geplaveid met goede ideeën en dat sommigen al snel weer verdwijnen. Ik mis de non-verbale communicatie daarbij en het is waarschijnlijk ook nog eens een vertaling naar het Engels, maar als ik het lees dan vindt hij dat geen goede zaak en daar ben ik het mee oneens.

Mensen die me kennen weten dat ik voor mijn dagelijks brood wat met IT doe. Misschien wel rijkelijk laat zijn we er daar achter gekomen dat als je wil vernieuwen, dat je dan vooral moet experimenteren en daarbij ook zo snel mogelijk moet zien te falen. "Fail fast". In dat geval moet je natuurlijk wel van je fouten leren en dat dan gebruiken om daarna iets te maken dat niet alleen die fout niet bevat, maar zelfs beter is dan wanneer die fout er niet geweest was. Het idee is ook dat hoe eerder je de mist in gaat, hoe gemakkelijker het te herstellen is. Bij dat experimenteren  moet je je verder vooral niet te veel laten beperken. Als het niet werkt merk je dat vanzelf en begin je welgemoed aan het volgende experiment.

Naast dat je dus experimenteren het daarbij maken van fouten niet tegen moet gaan, maar vooral moet aanmoedigen is het ook belangrijk zo snel mogelijk feed back te krijgen: laat de mensen voor wie je het doet vooral zo snel mogelijk kennis maken wat je gemaakt hebt en vertellen wat ze er van vinden. Dat doe je natuurlijk pas als jezelf denkt iets goeds te hebben gemaakt.

Nu is bier natuurlijk iets anders dan software, maar zouden daar dezelfde principes niet kunnen gelden? Hoe mooi is het als je op kleine schaal kunt experimenteren en als iets niet blijkt te werken het dan maar weg gooit en een nieuwe poging doet? Als je tenminste zo snel mogelijk ontdekt dat iets niet werkt. Als je aan de wort direct al merkt dat het nooit iets kan worden is het tijd te ontdekken waarom niet en niet om dan IJzeren Heinig door te gaan. Fail fast en leer er van. En probeer nieuwe bieren vooral uit bij mensen waarvan je weet dat ze je eerlijk vertellen wat ze er van vinden. Zou het niet kunnen dat je op die manier op bieren uitkomt die niemand van tevoren had kunnen bedenken, maar het heel goed doen? Ik houd het voor mogelijk. Merk op, dat deze manier van werken niet betekent dat je zonder enige kennis kunt aanrommelen. Het vergt wel degelijk vakmanschap, je moet immers tijdens het hele proces weten waar je mee bezig bent en fouten kunnen detecteren.

Ik ben het dan niet met de Baets eens, dat het gebruik van allerlei ongebruikelijke ingrediënten getuigt van arrogantie. Ik kan die opmerking niet plaatsen. Ik denk dat het getuigt van durf om te experimenteren. Het wordt pas verkeerd als het niet gepaard gaat met kritisch zijn op wat je doet en het leren van fouten. Dan breng je slecht bier op de markt en dat kan nooit de bedoeling zijn. Innovatie kan natuurlijk geen excuus zijn om rotzooi op de markt te brengen. Ik denk dat de Baets en ik elkaar daar wel kunnen vinden. Het doel moet immers het maken van goed bier zijn.

Verder viel me nog een detail op: Hij heeft het over brouwers die elke week met een nieuwe stijl komen en niet beseffen dat die stijlen er al eeuwen zijn. Daarbij noemt hij ook het voorbeeld van de Gose. Nu heb ik onlangs nog een keer een glaasje gedronken van wat de originele Gose, uit Oost-Duitsland schijnt te zijn. Of dat echt zo is, of dat ik nu een meute bierhistorici achter me aan krijg weet ik niet. Wat ik wel weet is dat deze er eerder was dan allerlei Goses die er nu zijn en dat die nieuwe toch duidelijk anders smaken. Zou het dus ook niet zo kunnen zijn dat stijlen in de loop der jaren veranderd zijn, doordat mensen binnen die stijl innoveren?

maandag 25 september 2017

Snobs in de bierwereld

In een van mijn vorige blogs heb ik ooit geschreven over wijn snobs. Toen nog dacht ik dat de bierwereld  hiervan verschoond zou blijven. Ik begin het gevoel te krijgen dat ik te optimistisch ben geweest.

Zelf was ik niet op het Borefts  dus ik geef direct toe dat ik het van horen zeggen heb. Maar vanuit verschillende kanten heb ik gehoord dat iemand het nodig vond om tijdens dat festival een flesje Leffe leeg te gooien in de sloot. Waarop, volgens mijn zegslieden, de rest van de groep spontaan begon te applaudisseren. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet begrijp. Dat iemand Leffe niet lekker vind kan ik begrijpen. Ik moet heel diep nadenken wanneer ik voor het laatst een biertje van dat merk gedronken heb en weet wel dat het me niet zal hebben gesmaakt. Het is gewoon niet mijn smaak. Maar dan een flesje kopen en dan demonstratief in de sloot gooien? Om over voor zo'n daad applaudisseren maar te zwijgen.

Dat mensen niet zo ingenomen zijn met AB INbev (of hoe ze nu ook mogen heten) is me bekend en veel van de kritiek deel ik. Ze lijken meer in geld dan in bier geïnteresseerd, dat weet ik. Juist daarom lijkt een dergelijke actie me zo zinloos. Je hebt het bier al gekocht en daarmee heeft het gedaan wat AB INbev graag ziet: geld opleveren. Het lijkt mij stug dat iemand bij die gigant zich druk maakt over de vraag of de inhoud van dat flesje gedronken wordt of niet. Het is verkocht en daar ging het om.

De symbolische waarde van de actie lijkt me ook nogal gelimiteerd. Ik kan me vergissen, maar ik denk niet dat er op het Borefts veel mensen komen die graag Leffe drinken. De hele actie heeft dan ook vooral iets van prediken voor eigen parochie. Je weet dat het in goede aarde valt, wat de daad nogal risicoloos maakt. Aan de andere kant denk ik niet dat er iemand zal zijn die door deze actie minder Leffe gaat drinken. Nutteloos is dan ook het eerste woord dat in me op komt. De vervuiling van het oppervlaktewater laat ik wegens de geringe hoeveelheid maar voor wat het is.

Bovenal vind ik zo'n daad een voorbeeld van wat ik hoopte binnen de bierwereld niet aan te treffen: onvervalst snobisme. Iemand laat, gesteund door een aantal aanhangers, wel even zien hoe hij boven de massa staat die wel Leffe drinkt. Onder luid applaus spreekt hij zijn veroordeling uit over een bier dat door veel mensen wel gedronken wordt en ook gewaardeerd. Een bier dat misschien saai is, dat vooral bedoeld is voor de grote massa, maar toch: een bier.

Misschien wordt het tijd dat bierliefhebbers weer eens met de voeten op de aarde komen te staan. "Het is maar bier" lees ik vaak van een bekend bierliefhebber. En eigenlijk somt dat het wel op. Laten we vooral die bieren blijven genieten die we lekker vinden en degene waarvoor dat niet geldt laten staan. Liefst in de schappen. Laten we vooral ook het positieve van bier hoog houden en ons niet laten verleiden tot openbare verspilling van welk bier dan ook. We zijn tenslotte liefhebbers en geen snobs...

dinsdag 15 augustus 2017

Festival op een andere planeet

Afgelopen weekeinde konden zowel liefhebbers van muziek als van bier zich even op een andere planeet begeven: Planet Oedipus maakte dat je de aarde achter je liet en je liet meevoeren naar een plaats waar het leven goed was.

Je kunt het natuurlijk ook een "Beer and Music Festival" noemen, maar het idee van een andere planeet is eigenlijk veel leuker, dus daar houd ik het maar op. Een planeet waar brouwers uit diverse Aardse landen bijeen waren gekomen om hun bieren aan bewoners en bezoekers van de planeet van hun prachtige producten te laten proeven. Daarbij een aantal amateurs, waarvan er een bij elk van zijn bieren een bijpassend hapje serveerde. Verder een aantal bekende, maar ook voor mij onbekende brouwers. Zij hadden meer bieren bij zich dan dat ze tappen ter beschikking hadden, waardoor iemand wel eens om een bier kwam dat net niet aanwezig was. Zelf liet ik dan ook het boekje, met een zeer bijzondere centerfold, voor wat het was en ging op avontuur. Gewoon op een brouwer aflopen, zien wat hij op dat moment had en dan en keuze maken. Waarbij ik direct toe geef dat ik niet iemand ben van uitgebreide wish lists. Ik besluit meestal vrij ad-hoc wat ik ga drinken en dat beviel me ook nu weer uitstekend. Voor wie van dat bier wat trek kreeg waren er diverse food trucks, zowel vegetarisch als met vlees. Ik had overigens wel de indruk dat de vegetariërs in de minderheid waren, ik zag de grote rijen voor burgers en worst...

Wie de mensen van Oedipus een beetje kent of eerder naar door hen georganiseerde festivals is geweest weet dat zij gaan voor vernieuwende muziek en dat was ook nu weer het geval. Wie hoopte een top40 bandje tegen te komen zal dan misschien teleurgesteld zijn. Maar voor anderen was er een breed scala. Soms wat meer toegankelijk en soms wat minder. Een keer had ik zelfs het gevoel dat een artiest niet helemaal zuiver zong, maar dat alles hoort voor mij bij de sfeer die dit festival (en voorgangers) uniek maakt. Je weet nooit precies wat je krijgt en ook dat draagt bij aan het onaardse karakter op deze planeet. Daarbij was het geluidsniveau van dien aard dat een gesprek voeren normaal mogelijk was, misschien met uitzondering van de ruimte vlak voor het podium. Maar wie daar gaat staan of zitten komt voor de muziek denk ik dan.

Al met al heb ik genoten van mijn reis met de interplanetaire afdeling van het GVB naar deze bijzondere planeet. En tenzij mijn waarnemingsvermogen me ernstig in de steek heeft gelaten en iedereen die ik sprak tegen me heeft gelogen was ik niet de enige. Planet Oedipus is een heuse toevoeging aan het aardse biergebeuren en de reis naar deze planeet meer dan waard. Ik hoop dan ook dat dit niet de laatste editie is geweest en ik volgend jaar weer op ruimtereis mag!

En toen was ik terug op aarde. Nagenietend van wat ik had mee gemaakt opende ik Facebook. En ik schrok me rot over de negatieve berichten die ik las. Daarbij ging het me het er niet eens om dat mensen het festival te duur vonden, het bieraanbod niet waardeerden of de muziek als storend ervoeren. Zoveel mensen, zoveel smaken en geen enkel festival zal het iedereen naar de zin maken. Maar sommige verhalen gingen verder. Uit de losse pols werd even vastgesteld wat de kosten voor het festival waren geweest en wat de opbrengst. En werd de conclusie getrokken dat er wel flinke winst gedraaid zou zijn. In feite werd, al dan niet bedoeld, de integriteit van de organisatie in twijfel getrokken. Ik moet me inhouden om daar niet iets heel lelijks over te zeggen. Ik vind dat soort beschuldigingen daarom niet kunnen. Laat de mensen die het nodig vinden om zo te reageren vooral op aarde blijven en nooit meer naar Planet Oedipus afreizen.

Maar goed, uiteindelijk overheerst bij mij het positieve gevoel van een mooi festival met mooie bieren, lekker eten en goede muziek. Alle mensen die dat mogelijk hebben gemaakt wil ik dan ook van harte bedanken. Jullie hebben mensen een mooi weekeinde bezorgd en daar past die dankbaarheid bij.

dinsdag 11 juli 2017

Zo maar wat losse einden

Als je met toch een beetje schaamrood op de kaken moet bekennen dat je al een tijd niet meer geblogd hebt wordt het toch tijd om weer eens wat te schrijven. Nu word ik met enige regelmaat geplaagd door het feit dat een bekende Amsterdamse Bierhandelaar ook zo nodig moest gaan bloggen en sindsdien me regelmatig net voor is. Daarom zo maar wat losse einden, waar ik ook wel niet de eerste mee zal zijn.

Ooit waren er twee verenigingen van brouwerijen die strikt gescheiden waren. Het "Klein Brouwers Collectief" voor de kleintjes en het "Centraal Brouwerij Kantoor" voor de grote. Die laatste hoorde je met enige afschuw te bekijken, de eerste te koesteren. Inmiddels hebben ze beide een andere naam. CBK werd "Nederlandse Brouwers" en het KBC werd Craft. En wat meer is: de scheiding is minder strikt, doordat brouwerijen van beide lid worden. Maken we het nog mee dat beide verenigingen samen gaan?

De naamsverandering van KBC naar Craft en bijbehorende beleidswijziging bracht wel mee, dat brouwerij het IJ geen lid meer mocht zijn. Op zich te begrijpen, omdat ze nu eenmaal (deels) over zijn genomen door een brouwerij die zelf geen craft brouwerij is. En toch schuurt het. Voor mij hoort het IJ nog steeds bij die brouwerijen die op een moment dat Nederland nog stevig in de ban van Pilsener was een beweging in gang zetten waar veel nieuwelingen schatplichtig aan zijn. Voor mij doet het denken aan toen het Zythos Bierfestival zulke regels bleek te hebben dat Hildegard met brouwerij Urthel niet meer mee mocht doen. Zulke regels kunnen nooit goed zijn denk ik dan. Maar in beide gevallen zal ik wel het onderspit blijven delven.

Een onderwerp waarbij bier en chips altijd van pas komen is de discussie over bouwerijhuurders. Normaal ongetwijfeld zeer aimabele mensen lijken spontaan het schuim op de mond te krijgen en de strijd krijgt de felheid van een religieuze twist. Nu zijn er ook rekkelijken en preciezen in dit verhaal. Aan de ene kant de mensen die in bloemrijke bewoordingen duidelijk maken dat een brouwerij alleen zo mag heten als hij eigen ketels heeft. Er is zelfs een café waar naar ik begrepen geen bier te verkrijgen is van een bedrijf zonder eigen ketels.

Zelf ben ik meer van de rekkelijken. Voor mij maken brouwerijhuurders onderdeel uit van een prachtige ontwikkeling op biergebied. Daarbij zie je vaak dat bij huurders die een tijdje bezig zijn het bloed gaat kriebelen en men op zoek gaat naar een mogelijkheid om zelf een brouwinstallatie aan te schaffen en alles in eigen huis te hebben. Op die manier dragen ze bij aan een verdere ontwikkeling van ons bierlandschap en dat kan ik alleen maar toejuichen. Met etikettenplakkers (doe mij een Tripel, dan plak ik er een etiket op) heb ik minder, maar kom er maar eens achter wie dat zijn?

Tenslotte zal menig bierliefhebber die ook wel eens een boek leest het zweet in de handen staan en zal hij branden van nieuwsgierigheid. Want een eerder genoemde bierhandelaar schrijft niet alleen blogs, maar heeft ook weer eens een heus boek geschreven. Waar dat boek over zal gaan? Kenners vermoeden dat het iets met bier te maken zal hebben, maar dat is ook het enige. Dus kijken we reikhalzend uit welke wonder van hedendaags proza tot ons zal komen. En nemen we ondertussen maar een biertje. Ik in elk geval wel. Proost.

woensdag 12 april 2017

ALV PINT: een prachtig voorjaarsboeket!

Zaterdag  1april was het weer de dag van de ALV van de vereniging PINT. Een saai gebeuren? Geenszins! Het was gewoon een heel mooie middag.

Algemene Ledenvergaderingen. Elke vereniging heeft ze en voor wie niet tot de fanatieke vergadertijgers behoort zijn er leukere dingen te doen op een mooie zaterdagmiddag. Verslagen van voorzitter, secretaris en nog een hele hoop anderen. Saaie cijfers in de verantwoording over het afgelopen jaar, al even saaie cijfers in de begroting. En meer van deze verplichte nummers. Iemand noemde het al eens de dorre plantjes van PINT en je vraagt je af wie zich het aan doet om naar zo'n vergadering te gaan.

Deze zaterdag in Goes was het (niet voor het eerst) anders. Door goede en vooral ook levendige presentaties kreeg je als lid zicht op wat het bestuur samen met de leden wil bereiken. Geen lange redevoeringen over wat er allemaal gebeurd was, maar een blik op waar we heen willen met de vereniging. Op een dergelijke manier worden zelfs de cijfers van zowel de resultaten als de begroting ineens begrijpelijk en nog leuk ook. Alle hulde dus voor het bestuur dat dit geregeld had. Alleen al hierom zijn jullie terecht herkozen.

Was de vergadering zelf dus al de moeite waard, wat daarna kwam was nog mooier. het was tijd om datgene te doen dat menig lid van PINT waarschijnlijk het liefste doet: proeven. Na een act van twee heren en een hol vat werd het tijd om te verkennen wat het Zuidwesten van ons land allemaal op biergebied te brengen had. Drie brouwers waren aanwezig en daarnaast waren van andere brouwers nog bieren op tap verkrijgbaar. Omdat in slot Oostende, waar we te gast waren, een nieuwe brouwerij gevestigd is kon een rondleiding natuurlijk niet uitblijven. Brouwer Jens vertelde vol enthousiasme over de opzet van deze nagelnieuwe brouwerij en de plannen die hij er mee heeft.

Maar bovenal was dit weer een mooie gelegenheid om elkaar weer eens te ontmoeten. Om onder het genot van een glas bier bij te praten over onze vereniging, om de vergadering na te bespreken, maar ook om gewoon contact te hebben. Als leden van een landelijke vereniging kom je elkaar nu eenmaal niet dagelijks tegen en juist zo'n nazit na een ALV is uitstekend geschikt om de banden weer wat aan te halen.

Al met al was het een welbestede middag en de reis per trein en NS bus meer dan waard. Het was even reizen, maar dan had je ook wat. PINT regio Zuidwest bedankt voor de organisatie en het bestuur en de deelnemers aan de ALV voor de manier waarop de vergadering verliep. Dit waren geen dorre plantjes, dit was een fraai voorjaarsboeket. Dat ik nu al uitkijk naar de volgende ALV is overdreven, daarvoor zijn er te veel andere bier activiteiten, maar ik heb er wel weer hoge verwachtingen van.

dinsdag 7 februari 2017

Alcoholvrij bier de kurk?

Alcoholvrij bier zou de kurk zijn waarop de biermarkt drijft. Tenminste als ik een artikel in Misset Horeca mag geloven. Gelukkig leveren ze er cijfers bij.

Al jarenlang horen en lezen we berichten over het succes van alcoholvrij bier. Elk jaar bericht Nederlandse brouwers weer in superlatieven over spectaculaire groei. De boodschap lijkt dat we met zijn allen aan het alcoholvrij bier gaan. 0.0 als nieuwe pilsener zeg maar. Alleen hoef je niet zover te kijken om te zien dat het niet op gaat. Want ondanks die spectaculaire groei bedraagt de totale verkoop vorig jaar zo'n 3% van de totale bierverkoop. Ofwel het bier speelt eigenlijk maar een marginale rol. Al die ruimte in de schappen, de reclame en wat al niet meer werkt nauwelijks. De bierdrinker laat alcoholvrij bier liggen of drinkt het mondjes maat.

Ik vraag me al jaren af waarom Nederlandse Brouwers nu al een paar jaar op de grote trom slaat als het gaat om alcoholvrij bier. Elk jaar weer lees ik dat de groei spectaculair is, dat steeds meer mensen het dinken en meer van dat soort ronkende taal. En in elk geval deze keer neemt een blad als Misset Horeca het over in de kop. Waarbij ik niet vermoed dat ze de enige zijn, ik kwam het toevallig in dat blad tegen.

Laten we gewoon eerlijk zijn: de kurk waarop de bierverkoop, drijft is nog steeds pils. Dat is het bier dat je overal tegenkomt en dat nog steeds door veel mensen als "bier" wordt aangeduid. Dezelfde mensen die ook de vragende blik in de ogen van een barman niet begrijpen als ze binnen komen en om een biertje vragen. Bijna 10 miljoen hectoliter werd er van verkocht bij een totale verkoop van 11,9 miljoen hectoliter. Om dat in te halen mag de verkoop van alcoholvrij nog wel even door gaan. Dat wat nog steeds speciaalbier genoemd wordt doet het wat beter. Daarvan werd 1,1 miljoen liter verkocht en dat is blijkbaar 13% meer dan het jaar er voor. Maar nog steeds niet meer dan 10% van de pilsverkoop. Een gegeven dat de mensen die roepen dat IPA de nieuwe pils is misschien toch eens op zich in laten werken.

Is dat alles nu heel erg interessant? Eigenlijk niet eens. Maar ik merk dat het me iedere keer weer kriebels bezorgt als ik dit soort artikelen tegen kom. Omdat ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat er enige luiheid aan ten grondslag ligt. Dat journalisten een persbericht lezen en dan de strekking bijna blind over nemen. En zo het beeld scheppen dat alcoholvrij bier stormenderhand de biermarkt aan het veroveren is. Blijkbaar wil Nederlandse Brouwers mensen laten geloven dat je eigenlijk niet mee doet als je niet aan alcohol vrij gaat. Zou er veel te verdienen zijn aan de verkoop er van?